AFSTELLING
De remkabel afstellen
Voorkant
(a)
1
(b)
2
3
Nadat u hebt gecontroleerd dat het
wiel niet gemakkelijk draait terwijl er
aan de remkabel wordt getrokken,
knijpt u de remgreep ongeveer 10 keer
in tot aan het handvat om de remkabel
in te remmen.
(a)
Circa 10 keer inknijpen
(A)
Draai zo aan de kabelstelbout (A) van
de remeenheid of remgreep dat er
15 mm speling ontstaat (b) (11 mm
voor BL-C6010) in de remgreep.
(De hoeveelheid speling in de
remgreep is de afstand tussen de
positie waarin de remgreep niet wordt
bediend en de positie waarin er
plotseling een kracht wordt gevoeld
wanneer de remgreep wordt
(A)
aangetrokken.)
Nadat u de remgreep hebt
aangetrokken om de remwerking te
controleren, zet u de kabelstelbout
(B)
vast met de kabelstelmoer (B).
24
N.B.
Als de remkabel niet is ingeremd, zult u
deze na een korte gebruiksperiode
opnieuw moeten afstellen.
(A)
Kabelstelbout
(B)
Kabelstelmoer
Aanhaalmoment
1 - 2 Nm