Accuzuur mag in geen geval in de ogen, op de huid of op de kleding komen. Vei-
ligheidsbril en geschikte veiligheidskleding dragen. Spoel druppels accuzuur di-
rect en grondig met schoon water weg. Raadpleeg in geval van nood een arts.
Algemene aan-
-
wijzingen voor de
-
omgang met ac-
cu's
-
-
Bescherming van
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en van de werk-
uzelf en derden
plek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de omgeving, dan:
-
-
Controleer voordat u de werkplek verlaat of tijdens uw afwezigheid geen per-
soonlijk letsel of materiële schade kan ontstaan.
Veiligheidsmaat-
Apparaten met een randaardedraad alleen aansluiten op een net met randaarde
regelen bij nor-
en een wandcontactdoos met randaardecontact. Wordt het apparaat aangesloten
maal gebruik
op een net zonder randaarde of een wandcontactdoos zonder randaardecontact,
dan geldt dit als ernstig nalatig. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit
voortvloeiende schade.
Het apparaat uitsluitend volgens de op het kenplaatje aangeduide beschermings-
graad gebruiken.
Het apparaat nooit in gebruik nemen wanneer het is beschadigd.
De net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur op een juiste
werking van de randaarde laten controleren.
Niet in goede staat verkerende veiligheidsvoorzieningen en onderdelen die niet in
onberispelijke staat verkeren, vóór het inschakelen van het apparaat door een ge-
autoriseerd bedrijf laten herstellen.
Omzeil veiligheidsvoorzieningen niet en stel ze niet buiten werking.
Na de montage is een vrij toegankelijke netstekker benodigd.
EMV-apparaat-
Apparaten van emissieklasse A:
classificaties
-
-
6
Accu's beschermen tegen vuil en mechanische beschadiging.
Geladen accu's in een koele ruimte opslaan. Bij ca. +2 °C (35.6 °F) vindt de
minste zelfontlading plaats.
Volgens de instructies van de accufabrikant of met minstens één wekelijkse
visuele controle nagaan of de accu tot het MAX-merkteken met zuur (elek-
trolyt) is gevuld.
Werking van het apparaat niet starten of direct stoppen en de accu door een
geautoriseerde werkplaats laten controleren bij:
-
ongelijkmatig zuurpeil of hoog waterverbruik in afzonderlijke cellen, ver-
oorzaakt door een mogelijk defect.
-
ontoelaatbare verwarming van de accu tot boven 55 °C (131 °F).
deze op de hoogte brengen van alle gevaren (voor de gezondheid schadelijke
zuren en gassen, gevaar door net- en laadstroom, ...)
geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking stellen
Zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden.
Kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door
straling veroorzaken.