Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiten Van Alarmmelders - Bentel Security ABSOLUTA 3.50 Installatiehandleiding

Uitbreidbare hybride beveiligingscentrale
Verberg thumbnails Zie ook voor ABSOLUTA 3.50:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aansluiten van Alarmmelders

A
Om te voldoen aan normen EN50131-1 en EN
50131-3, ondersteunt het Controlepaneel de
volgende mogelijkheden:
A) 2 sirenes met externe voeding + de ingebouwde
kiezer van het Controlepaneel
B) 1 zelfgevoede sirene + de ingebouwde kiezer
van het Controlepaneel
C) ingebouwde kiezer + externe kiezer met minstens
ATS-1 prestatieniveau, die voldoet aan normen
EN50131 en normen EN50136-1-1-1;
D) externe kiezer met minstens ATS-3 prestatie-
niveau, die voldoet aan normen EN50131 en
normen EN50136-1-1-1.
Het ABSOLUTA Controlepaneel is voorzien van drie
uitgangen om Alarmmelders op aan te sluiten:
Øklemmen NC, COM, NO, +N en +A zijn gerelateerd
aan uitgang nr. 1;
Øklem O1 is gerelateerd aan uitgang nr. 2;
Øklem O2 is gerelateerd aan uitgang nr. 3.
A
Standaard is de O2 (open collector) uitgang actief
in geval van Paniek. Indien deze instelling niet is
gewijzigd en om te voldoen aan normen EN50131
-1 en EB50131-3, mag u GEEN bijkomende en
zelfgevoede sirenes aansluiten op deze uitgang.
Het is ook mogelijk om de Alarmmelders te verbinden aan:
Øklemmen T1, T2, T3 en T4 van het Controlepaneel,
indien geprogrammeerd als Uitgangen;
Øklemmen T1, T2, T3, T4, T5 en T6 van de M-IN/OUT
Uitbreidingsmodule, afhankelijk van de geprogram-
meerde werkingsmodi (zie desbetreffende handleiding
voor meer informatie).
+A
+N
sabotagelijn
+B
GND
AS1 AS2
binnen
sirene
Figuur 15 Aansluiten van een Zelfgevoede Sirene en
een binnensirene aan Uitgang nr. 1 van het
Controlepaneel.
30
Centrale
A. S.
zelfgevoede
sirene
Alarmmelders zoals Zelfgevoede Sirenes, Binnen-
sirenes, Kiezers enz. kunnen als volgt geklasseerd
worden:
ØIntrinsieke Veiligheidstoestellen (Zelfgevoede
sirenes) die geactiveerd worden door een
spanningsval op desbetreffende klemmen (voeding);
ØPositieve stuurlijn toestellen (bv. binnensirenes)
geactiveerd door een positieve (12V) spanning.
ØNegatieve stuurlijn toestellen geactiveerd door
een negatieve (0 V) op desbetreffende klemmen;
ØGesuperviseerde stuurlijn toestellen geactiveerd
door een niet-gebalanceerde impedantie op
desbetreffende klemmen.
Het bedradingsschema is afhankelijk van het type
Alarmmelder dat wordt aangesloten.
Het bedradingsschema in Figuur 15 geeft de verbinding
weer van een zelfgevoede sirene en een binnensirene,
aangesloten op Nr. 1 van het Controlepaneel
ØUitgang nr. 1 op het Controlepaneel is ingesteld als
Normaal gesloten;
Ø[+N] is de positieve voedingsklem en stuurlijn van de
zelfgevoede sirene. De sirene zal in alarm gaan in
geval dat de spanning (13.8V) wegvalt op deze klem.
Ø[+B] is de positieve voedingsklem en stuurlijn van
de binnensirene. De sirene zal in alarm gaan indien
deze klem positief (13.8V) wordt.
Ø[M] en [GND] zijn de negatieve voedingsklemmen
van de zelfgevoede sirene en de binnensirene;
Ø[A.S.] en [AS1-AS2] zijn normaal gesloten gesloten
sabotagecontacten van de zelfgevoede sirene en
de binnensirene.
Om een sabotagedetectie te voorzien: Sluit het
sabotagecontact van de Alarmmelder aan op de
Sabotagelijn van het Controlepaneel of aan een 24u
zone (zie " Aansluiten van Sabotage").
+N
Uitbreidbare Hybride Centrale

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave