Inhoudsopgave
Advertenties
6 Technische documenten
Koude buitentemperatuur
Zachte buitentemperatuur
83307107 1/2020-04 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Ruimtetoestel WEM-RG2
6.2 Regelingsvarianten
6.2.1 Constante vertrektemperatuur
Voor deze regeling zijn geen bijkomende voelers of thermostaten noodzakelijk.
De vertrektemperatuur van de stookkring wordt op de ingestelde gewenste
vertrektemperatuur in het Gebruikersmenu geregeld [hfst. 5.4.2].
Ruimtevorstbeveiliging en inschakeloptimalisatie zijn niet actief.
6.2.2 Weersafhankelijke regeling
De vertrektemperatuur van de stookkring wordt in functie van de buitentemperatuur
geregeld.
Voor een weersafhankelijke regeling is een buitenvoeler nodig.
Buitenvoeler in het noorden resp. noordwesten op middelbare hoogte van de
gevel (min 2,5 m) monteren.
Directe zonnestraling op de buitenvoeler vermijden.
Verwarming door externe warmtebronnen vermijden.
De actuele vertrektemperatuur wordt berekend op basis van:
Buitentemperatuur
Stookcurve:
Steilheid
Parallelle verschuiving
Gewenste ruimtetemperatuur.
Om de gewenste ruimtetemperatuur te bereiken, is bij koudere buitentemperaturen
een hogere vertrektemperatuur nodig. De steilheid legt vast hoe sterk de
verandering van de buitentemperatuur de vertrektemperatuur beïnvloedt en past de
stookcurve aan aan het gebouw.
Door de parallelle verschuiving kan de stookcurve verticaal verschoven worden.
Ruimtetemperatuur te koud
Steilheid verhogen.
Gewenste ruimtetemperatuur
verhogen.
–of–
Parallelle verschuiving verhogen.
Naargelang het stookkringtype wordt er automatisch een stookcurve gegenereerd.
De stookcurve en de gewenste ruimtetemperatuur kunnen in het Gebruikersmenu
ingesteld worden [hfst. 5.4.2].
24-28
Ruimtetemperatuur te warm
Steilheid verlagen.
Gewenste ruimtetemperatuur
verlagen.
–of–
Parallelle verschuiving verlagen.
Advertenties
Inhoudsopgave
