Parameter Instelling
Gewenste ruimtetemperatuur voor het geselecteerde temperatuurniveau.
Comfort (fabrieksinstelling: 22.0 °C)
Gewenste
Normaal (fabrieksinstelling: 21.0 °C)
ruimtetemp.
Verlaging (fabrieksinstelling: 16.0 °C)
De niveaus kunnen via de parameter Stookprogramma aan bepaalde periodes van de dag
toegewezen worden.
Gewenste vertrektemperatuur voor het gekozen temperatuurniveau.
Comfort
Gewenste
Normaal
vertrektemp.
Verlaging
De niveaus kunnen via de parameter Stookprogramma aan bepaalde periodes van de dag
toegewezen worden.
Enkel als er op de systeemmodule regelvariante Constante vertrektemp. ingesteld is
[hfst. 6.2.1].
Legt de gewenste vertrektemperatuur bij speciaal niveau vast. Het stookprogramma wordt onderdrukt.
Bij gesloten ingang H1 wordt volgens het ingestelde vertrek-speciaal niveau verwarmd.
Speciaal
Enkel wanneer op de systeemmodule ingang H1 op Stookkring 1: speciaal niveau
niveau
geparametreerd is.
Stookprogramma voor een bepaalde periode onderbreken. Het niveau kan tijdens deze periode op
Verlaging of Vorst ingesteld worden.
Functie op Aan zetten.
Vakantie
Gewenste ruimtetemp. op Verlaging of Vorst instellen.
Datum start en Datum einde ingeven.
Als de parameter op Uit staat, is het actuele stookprogramma actief.
Gewenste vertrektemperatuur in functie van de buitentemperatuur [hfst. 6.2.2].
De weergave heeft betrekking tot de gewenste ruimtetemperatuur Normaal.
Stookcurve
De steilheid van de stookcurve kan veranderd worden en/of de curve kan parallel verschoven worden.
Steilheid
Parallelle verschuiving
Aanpassing van de stookcurve [hfst. 6.2.2]:
Koude buitentemperatuur: steilheid veranderen
Zachte buitentemperatuur: parallelle verschuiving veranderen
Enkel wanneer op de systeemmodule regelvariante Weersafhankelijke regeling /
Weersafh. / ruimteregeling ingesteld is.
Aan (fabrieksinstelling):
Als de gedempte buitentemperatuur (tendentieel verloop) de Omschakeltemperatuur
(fabrieksinstelling): 19 °C) overschrijdt, schakelt de Bedrijfsmodus om naar Zomer.
Zomer/winter
Uit:
De ingestelde bedrijfsmodus blijft actief, ongeacht de buitentemperatuur.
(1
Fabrieksinstelling en instelbereik in functie van het ingestelde stookkringtype, zie montage- en
bedieningsrichtlijnen condensatieketel.
83307107 1/2020-04 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Ruimtetoestel WEM-RG2
(1
(1
(1
(1
(1
17-28
5 Bediening