Figuur 3.21
Principe van een AC
rijregelaar
Figuur 3.22
Principe van een DC
rijregelaar
En zo wordt het gedaan:
• [menu] -toets indrukken,
• [mode] -toets indrukken,
• met de [$] -toets naar het menu „bediening" bladeren,
• verder met de ["] -toets,
• met de [$] -toets naar het menu „rijstand" bladeren,
• verder met de ["] -toets
• met de [$] -toets naar de gwenste invoer bladeren,
• met de [8] -toets de invoer bevestigen,
• met de [menu] -toets terug naar normaal bedrijf
3.2.2 Rijregelaar
Naar keuze kan de rijregelaar van de IB-Control ingesteld worden
als gelijkstroom- of wisselstroomrijregelaar.
Vanaf de fabriek is hij ingesteld als „AC-reglaar" en dus als
wisselstroomrijregelaar.
AC-rijreglaar mode
De AC rijregelaar mode is zo ingesteld dat hij overeenkomt met de
sturing van locomotieven die via een wisselstroomtrafo voor 3-
rails wisselstroomsystemen zijn bedoeld.
In deze bedrijfsmode wordt de snelheid door rechtsomdraaien van
de reglaar verhoogd en door linksom draaien van de regelaar
verlaagd. Is de max. snelheid of de snelheid 0
bereikt, dan heeft verder draaien van de knop geen
invloed meer.
De rijrichting wordt in de mode door een licht
drukken op de regelknop veranderd.
Het indrukken van de knop tijdens de rit laat de locomotief eerst
afremmen tot stilstand en schakelt dan de rijrichting om. Het hangt
van het decoderformat af, of de loc meteen een noodstop maakt
(Motorola, DCC) of met de ingestelde vertraging (Selectrix) tot
stilstand komt.
DC-rijregelaar mode
De DC rijregelaar mode is zo ingesteld dat hij overeenkomt met de
sturing van locomotieven die via een gelijkstroomtrafo voor 2-rail
gelijkstroomsystemen zijn bedoeld.
In deze DC bedrijfsmode wordt de snelheid van de locomotief in de
rijrichting verhoogd door de regelaar rechtsom te draaien, uitgaande
van de nulstand. Het terugdraaien veroorzaakt een afremming
totdat de loc stilstaat. Door verder naar links te draaien
zal de locomotief snelheid vermeerderen in
tegenovergestelde richting.
9
IB-Control