AANWIJZING
4.2 Locadressen
De [function]- en de [off]-toets
Deze dienen voor het in- en uitschakelen van de locverlichting.
De [lok#]-toets
Deze draagt zorg voor de invoer van het locadres voor de
bijbehorende regelaar.
Bij enkele DCC decoders kunnen de functies f5 tot en met f8
opgeroepen worden door eerst de [lok#]-toets in te drukken en
daarna de toetsen [f1, f2, f3 of f4] (zie hoofdstuk 4.4).
Een verandering van het dataformat voor de uitgekozen decoder
met de toetscombinatie [lok#] en [menu]-toets, is alleen via de
Intellibox mogelijk (zie hoofdstuk 6.5 van het Intellibox handboek).
De rijregelaarknop
De rijregelaarknop dient voor de verandering van de locsnelheid
en de rijrichting. Door de eindloze draairegelaar zonder
eindaanslag neemt de IB-Control bij het verwisselen van de loc
automatisch de opgeslagen snelheid van de nieuw gekozen loc
over.
Het display
Het grote LCD-display met achtergrondverlichting geeft constant
een nauwkeurig overzicht van de actuele rijsituatie.
Aan de zijkanten wordt van elke rijregelaar het gebruikte dataformat,
het locadres, de rijsnelheid en de rijrichting van de actueel
gestuurde locs getoond. In het midden staat de informatie van de
gekozen bedrijfsmodus.
De afzonderlijke locomotief binnen een digitaal besturingssysteem
wordt door een zogenaamd adres uitgekozen. Het gaat hierbij om
een cijfervolgorde die kenmerkend is voor de in de locomotief
ingebouwde decoder.
Elke decoder is ingesteld op een eigen adres zodat via een specifiek
adres alleen een bepaalde locomotief kan worden aangestuurd.
4.2.1 Locadres instellen
Indien een loc via de IB-Control aangestuurd moet worden, dan
moet zijn decoderadres worden opgeroepen.
De opgave van het adres wordt gestart door het indrukken van de
lok#]-toets. In het display knippert de cursor onder het adresveld dat
aangeeft dat de input van een locadres verwacht wordt.
dataformat
locadres
rijrichting
rijsnelheid
14
IB-Control