►
Controles na de ingebruikname
■ Condensafvoer
Controleer of de condensafvoer niet verstopt is, noch
aan de ketelzijde noch aan de kanaalkant
►
Werking van de circulatiepomp
De snelheid van de verwarmingscirculator kan worden
ingesteld met behulp van de gebruikersinterface (zie
bladzijde
41).
Standaard is de circulator ingesteld op snelheid 2.
■ Werkingssignalen van de circulator
Werkingssignalen
afhankelijk van model
Controlelamp uit
C o n t r o l e l a m p
knippert groen
Controlelamp is
groen
Controlelamp is
rood
32
INWERKINGSTELLING
mCE
Geen
stroomvoorziening
Cyrkulator pracuje
normalnie w trybie
ogrzewania
De circulatiepomp
werkt normaal
in sanitaire (of
verwarmingsmodus
als de pomp op
maximumsnelheid is
ingesteld).
Werkingsstoring
: Lage
voedingsspanning /
Motor geblokkeerd /
Elektrische fout.
mCE
7
6
5
4
3
2
1
0
fi g. 22 - Beschikbare drukken en hydraulische debieten
5
4
3
2
1
0
0
0,2
0,4
mCE
6
5
4
3
2
1
0
0
0,2
0,4
0
0,5
1 mbar = 10 mmCE = 100 Pa
(mini)...
3
(maxi)
1
1
3
Micro 25
ILEA 18/25 BE
CS 20
3
2
1
0,6
0,8
1
m
/h
3
1 mbar = 10 mmCE = 100 Pa
(mini)...
3
(maxi)
1
1
3
ILEA 22/30 BE
Micro 30
3
2
1
0,6
0,8
1
1,2
m
3
/h
1 mbar = 10 mmCE = 100 Pa
1 mbar = 10 mmCE = 100 Pa
(mini)...
3
(maxi)
1
1
3
Micro 35
ILEA 25/35 BE
1
2
3
1
1,5
m
/h
3
NL