I
NSTALLATIE
2.4
Toestel bevestigen
x
b
12
Algemene aanwijzingen
Sommige delen van dit hoofdstuk zijn slechts van toepassing
op bepaalde modellen. Waar dat het geval is, wordt dat aange-
geven. Als er geen specifiek model is aangegeven, geldt het
beschrevene voor alle modellen.
n
Opmerking:
Verzeker u ervan dat u alle installatiehandelingen verricht
die voor uw toestel van toepassing zijn.
Controleer het typeplaatje en raadpleeg paragraaf 1.3.3 bij
twijfel over het model of type van uw toestel.
n
Opmerking:
Bescherm het toestel gedurende de montageperiode tegen
beschadigingen en inval van stof, cement e.d. Gebruik hier-
voor bijvoorbeeld de verpakking.
2.4.1 Plaats van het toestel bepalen
d
Gevaar:
Installeer het toestel niet in vertikale positie.
•
Verzeker u ervan dat de constructie waaraan het toestel
opgehangen gaat worden, het gewicht van het toestel kan
dragen. Het gewicht is aangegeven op het typeplaatje (zie
paragraaf 1.3.4).
•
Let op de volgende maten:
-
Het toestel moet tenminste even breed zijn als de
deuropening (maat b).
-
Plaats het toestel zo dicht mogelijk bij de deuropening.
h
-
De maximale montagehoogte van het toestel (maat h,
gemeten vanaf de vloer tot aan het uitblaasrooster) is
afhankelijk van het toesteltype (zie Tabel 2-1).
w
Waarschuwing:
De minimale montagehoogte (maat h) bedraagt
1,8 m.
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN