Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ondergrondcultivatie; Harde Grond; Langere/Grotere Tanden - Toro ProCore SR54 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ProCore SR54:
Inhoudsopgave

Advertenties

1.
Breng de beluchter omlaag zodat de tanden
vlakbij de grond zijn bij het laagste gedeelte van
de slag.
2.
Schakel bij een laag motortoerental van de
tractie-eenheid de koppeling van de aftakas in
om de beluchter te starten.
3.
Selecteer een versnelling waarmee u
ongeveer 1 tot 4 km/uur vooruitrijdt bij een
aftakassnelheid van 400 tot 460 tpm; raadpleeg
de gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.
4.
Zodra u de koppeling loslaat en de
tractie-eenheid vooruitrijdt, brengt u de beluchter
volledig omlaag op de rol(len) en verhoogt u het
motortoerental tot een maximaal toerental bij
de aftakas van 400 tot 460 tpm (460 op model
SR72).
Belangrijk:
Zorg ervoor dat het toerental
van de aftakas van de tractie-eenheid nooit
meer dan 460 tpm bedraagt als u deze
bedient, of u kunt de beluchter beschadigen.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de rol zich
te allen tijde op de grond bevindt als de
beluchter wordt gebruikt.
5.
Let op het patroon van de openingen. Als u
een grotere insteekafstand wenst, laat dan de
voorwaartse snelheid van de tractie-eenheid
toenemen door een hogere versnelling te
gebruiken. Bij een hydrostatisch aangedreven
tractie-eenheid activeert u de hydrostatische
hendel of het pedaal om sneller te gaan.
Voor een kleinere insteekafstand moet u de
voorwaartse snelheid van de tractie-eenheid
verminderen.
Belangrijk:
Als u het toerental van de motor
verandert terwijl u in dezelfde versnelling
blijft, verandert het insteekpatroon niet.
Kijk veelvuldig achterom om te controleren
of de beluchter naar behoren werkt en de
banen steeds netjes naast elkaar liggen.
6.
Gebruik het voorwiel van de tractie-eenheid als
geleide om de laterale insteekafstand gelijk te
houden met de vorige banen.
7.
Breng aan het einde van de beluchtingsbaan de
beluchter omhoog en schakel snel de aftakas uit.
8.
Als u achteruitrijdt in een krap gebied
(bijvoorbeeld een tee-box), schakel dan de
aftakas uit en breng de beluchter omhoog tot
de hoogste stand.
Belangrijk:
Gebruik de beluchter nooit in
achteruit.
9.
Verwijder in het werkgebied altijd alle
beschadigde machineonderdelen, zoals
gebroken tanden, etc. om te voorkomen dat
maaiers of andere gazononderhoudsmachines
afval oppikken en uitwerpen.
10.
Vervang gebroken tanden, controleer en
repareer beschadigde tanden die nog kunnen
worden gebruikt. Herstel eventuele andere
schade aan de machine voordat u met beluchten
begint.

Ondergrondcultivatie

De schepbeweging van de tand creëert
ondergrondcultivatie of grondbewerking terwijl de
beluchter en de tractie-eenheid naar voren rijden. De
kwaliteit van de afwerking op het speeloppervlak na
beluchting is afhankelijk van verschillende factoren,
waaronder de gazonomstandigheden, de wortelgroei
en het vochtgehalte.

Harde grond

Als de grond te hard is om de gewenste
beluchtingsdiepte te verkrijgen, bestaat de kans dat
de beluchtingskop gaat stuiteren. Dit is te wijten aan
de harde ondergrond waarin de tanden proberen
binnen te dringen. Verbeter deze toestand door een of
meer van de volgende aanbevelingen toe te passen:
U verkrijgt de beste resultaten na een regenbui of
nadat u het gazon de vorige dag heeft besproeid.
Verminder het aantal tanden per stomper-arm.
Probeer de configuratie van de insteekwerktuigen
symmetrisch te houden zodat de stomper-armen
gelijkmatig worden belast.
Verminder de werkdiepte van de beluchter als
u een zeer compacte bodem moet beluchten.
Ruim de pluggen op, besproei het gras en belucht
opnieuw bij een grotere werkdiepte.
Bij beluchting van een bodem met een harde
ondergrond (bijvoorbeeld grond/zand op een
rotsachtige laag) kan de beluchtingskwaliteit te
wensen overlaten. Dit is het geval wanneer de tanden
door de bovenlaag en de ondergrond niet de volledige
beluchtingsdiepte kunnen bereiken. Als de tanden in
contact komen met hardere ondergrond, bestaat de
kans dat de beluchter omhoogkomt en de bovenkant
van de instekingen wordt uitgerekt. Verminder de
werkdiepte zodat de tanden niet meer in contact
kunnen komen met de harde ondergrond.

Langere/grotere tanden

25 cm of meer
Het gebruik van langere/grotere tanden kan ervoor
zorgen dat de voorzijde of achterzijde van de
openingen omhoog gaan staan of licht vervormd zijn.
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Procore sr 54-sProcore sr70Procore sr70-sProcore sr72

Inhoudsopgave