De parameter "Zendvertraging" maakt voor iedere scenario-uitgang een individuele wachttijd
mogelijk. Deze zendvertraging kan in verschillende situaties worden gebruikt...
-
Wanneer de actoren, die in een scenario zijn opgenomen, automatisch statusmeldingen
zenden, of wanneer meerdere scenariotoetsen worden toegepast, om het aantal kanalen
binnen de scenario's te vergroten, kan er bij het oproepen van een scenario kortstondig
een te hoge buslast optreden. De zendvertraging maakt daarbij reductie van de buslast op
het moment van het oproepen van het scenario mogelijk.
-
Vaak is het gewenst, dat een procedure pas start, wanneer een andere procedure is beëin-
digd. Dat kan bijvoorbeeld de verlichting zijn, die bij een scenariowisseling pas moet uit-
schakelen wanneer de zonwering is geopend.
De zendvertraging kan afzonderlijk voor iedere scenario-uitgang in de parametergroep van een
scenario worden ingesteld. De vertragingstijd definieert de tijdsafstand tussen de afzonderlijke
telegrammen bij een scenario-oproep. Zo wordt ook ingesteld, welke tijd na het eerste scenario-
telegram moet verlopen, voordat de tweede wordt verzonden. Na het verzenden van het tweede
scenariotelegram moet nu de geparametreerde tijd verlopen, voor de derde wordt verzonden
enz. De zendvertraging voor het scenariotelegram van de eerste uitgang wordt direct na de op-
roep van het scenario gestart.
Als andere mogelijkheid kan de zendvertraging tussen de telegrammen ook worden uitgescha-
keld (instelling "0"). De telegrammen worden dan met de kleinst mogelijke tijdsafstand verzon-
den. De volgorde van de verzonden telegrammen kan echter in dit geval afwijken van de num-
mering van de scenario-uitgangen.
i Wanneer tijdens een scenario-oproep, ook rekening houdend met de bijbehorende zend-
vertragingen, een nieuwe scenario-oproep (ook met hetzelfde scenarionummer) volgt, dan
wordt de eerder gestarte scenariobewerking afgebroken en met de bewerking van het
nieuw ontvangen scenarionummer begonnen. Ook het opslaan van een scenario onder-
breekt een lopend scenarioproces.
i Tijdens een scenario-oproep, ook wanneer deze vertraagd is, zijn de bedieningsvlakken
van het paneel bedienbaar.
Scenario's opslaan
Voor iedere uitgang van een scenario kan een bijbehorende scenariowaarde in de ETS worden
voorgedefinieerd, die bij een scenario-oproep op de bus wordt verzonden. Tijdens bedrijf van de
installatie kan het nodig zijn, deze vooringestelde waarde aan te passen en de aangepaste
waarde in het paneel op te slaan. Deze mogelijkheid biedt de geheugenfunctie van de scenario-
besturing.
De geheugenfunctie van een waarde voor het betreffende scenarionummer wordt door de para-
meter "Opslaan toestaan?" vrijgegeven ("Ja") of geblokkeerd ("Nee"). Wanneer de geheugen-
functie is geblokkeerd, wordt de objectwaarde van de betreffende uitgang bij het opslaan niet
opgevraagd.
Een procedure voor het opslaan van het scenario kan op twee verschillende manieren worden
gestart...
-
door een toetsbediening van een op "nevenscenario-aansluiting" geparametreerde toets,
-
door een geheugentelegram op het nevenobject.
Tijdens het opslaan leest het paneel de actuele objectwaarde van de verbonden actoren uit. Dit
gebeurt met acht aan de deelnemers van het scenario geadresseerde leestelegrammen (Value-
Read), waarna de deelnemers als reactie hun waarde terugsturen (ValueResponse). De terug
gemelde waarden worden door het paneel ontvangen en permanent in het geheugen van het
scenario overgenomen. Daarvoor wacht het paneel per scenario-uitgang een seconde op een
Art.-Nr.: MBT 2424
Software "MBT 2424 501311"
Pagina 57 van 98