4.1.4.1.5 Toetsfunctie "Sensor"
Voor iedere knop, waarvan de functie is ingesteld op "sensor 1 byte" of "Sensor 2 byte", toont
de ETS een bijbehorende object. Bij een toetsbediening wordt de geparametreerde of de door
een waardeverstelling (zie onder) laatst opgeslagen waarde via de bus verzonden.
De status-LED's kunnen onafhankelijk worden geparametreerd (zie hoofdstuk 4.1.4.2. LED-
functies).
Waardebereiken
De parameter "Werkingswijze" bepaalt, welk waardebereik de toets gebruikt.
Als 1 byte sensor kan de tastsensor naar keuze gehele getallen in het gebied van 0 ... 255 of
relatieve waarden in het bereik 0 ... 100% (bijv. als dimsensor) zenden.
Als 2 byte sensor kan de tastsensor naar keuze gehele getallen in het gebied van 0 ... 65535,
temperatuurwaarden in het bereik van 0 ... 40 °C of helderheidswaarden in het bereik van 0 ...
1500 Lux zenden.
Passend voor deze bereiken kan worden geparametreerd, welke waarde voor iedere bediening
van een toets op de bus kan worden uitgezonden.
Verstelling via lange toetsdruk
Voor zover de waardeverstelling in de ETS wordt vrijgeschakeld, moet voor verstelling de toets
langer dan vijf seconden ingedrukt worden gehouden, om de actuele waarde van de sensor te
verstellen. De functie van de waardeverstelling duurt tot de toets weer wordt losgelaten. Bij een
waardeverstelling maakt het paneel onderscheid tussen de volgende opties...
-
De parameter "startwaarde bij waardeverstelling" bepaalt, van welke waarde de verstelling
oorspronkelijk uitgaat. Deze kan bij de door de ETS geparametreerde waarde, bij de eind-
waarde van de laatste verstelling of bij de actuele waarde van het communicatie-object be-
ginnen, waarbij de laatste optie bij temperatuur- en helderheidssensor niet aanwezig is.
-
De parameter "richting van de waardeverstelling" bepaalt, of bij een waardeverstelling de
waarde altijd toeneemt ("opwaarts"), altijd afneemt ("neerwaarts") of afwisselend toeneemt
en afneemt ("omschakelen").
-
Bij de sensoren 0 ... 255, 0 ... 100% en 0 ... 65535 kan de stapgrootte worden ingevoerd,
met welke de actuele waarde tijdens de waardeverstelling moet worden veranderd. Bij tem-
peratuur- en helderheidssensor zijn de stapgrootten (1 °C en 50 Lux) vast vooringesteld.
-
Met de parameters "tijd tussen twee telegrammen" kan in combinatie met de stapgrootte
worden gedefinieerd, hoe snel het betreffende waardebereik wordt doorlopen. De tijd defi-
nieert de tijdsafstand tussen twee waarde-overdrachten.
-
Wanneer de tastsensor bij de waardeverstelling herkent, dat deze bij de ingestelde stap-
grootte met het volgende telegram de grenzen van het waardebereik gaat verlaten, dan
past deze de stapgrootte eenmalig zodanig aan, dat met het laatste telegram de betreffen-
de grenswaarde wordt verzonden. Afhankelijk van de instelling van de parameters "waar-
deverstelling met overloop" breekt de tastsensor de verstelling op deze positie af, of deze
voegt een pauze van twee stappen in en vervolgt de verstelling dan weer beginnend met
de andere grenswaarde.
Type
Werking
Sensor 1 byte
0...255
Sensor 1 byte
0...100 %
Sensor 2 bytes 0...65535
Sensor 2 bytes Temperatuurwaarde 0 °C
Sensor 2 bytes Helderheidswaarde
Tabel 1: grenzen van de waardebereiken van de verschillende sensoren.
i Bij een waardeverstelling worden de nieuw ingestelde waarden alleen vluchtig in het RAM
van de tastsensor opgeslagen. Daardoor worden de opgeslagen waarden bij een reset van
de tastsensor (uitval busspanning of ETS-programmering) door de vooringestelde waarde
vervangen, die door de ETS werden geprogrammeerd.
Art.-Nr.: MBT 2424
Getalsbereikeinde onder Getalsbereikeinde boven
0
0 % (Waarde = 0)
0
0 Lux
Software "MBT 2424 501311"
255
100 % (Waarde = 255)
65535
40 °C
1.500 Lux
Pagina 43 van 98