Als er geen landelijke of fabrieksnormen gelden, dient u zich te houden aan de volgende aardingsrichtlijnen:
• Gebruik koperdraad, 14 AWG (2,5 mm
• Houd alle aardedraden zo kort mogelijk; minder dan 1 Ω weerstand.
• U kunt de interne voedingsaardklem of de externe aardklem gebruiken om de transmitter te aarden. Verbind de
aardedraad van de aansluitklem direct met de aarde.
• Om potentiaalvereffening te bewerkstelligen en om te voldoen aan de ATEX-normen voor installaties in
explosiegevaarlijke omgevingen, dient u de externe aardklem via een potentiaalvereffeningsleiding te verbinden
met de desbetreffende aardklemmen binnen de explosiegevaarlijke omgeving.
Procedure
Zie afbeelding 6 voor informatie over het aarden van de transmitter.
Afb. 6
De 9739 MVD transmitter aarden
A
Voedingsaardklem
B
Externe aardklem
C
Aarde
De uitgang bedraden
Gebruik voor alle I/O-verbindingen afgeschermde kabel met getwiste aders.
Analoge uitgangsbedrading is niet intrinsiek veilig. Houd uitgangsbedrading gescheiden van
voedingsbedrading en intrinsiek veilige sensorbedrading. Als in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt
voldaan aan de voorwaarden voor intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie.
Digitale communicatie bedraden
Gebruik tussen de 9739 MVD transmitter en het RS-485-communicatietoestel afgeschermde kabel met getwiste aders,
bestaande uit draad van 24 AWG (0,25 mm
CE-vereisten
2
) of een grotere maat.
2
) of meer. De maximale kabellengte bedraagt 1200 m (4000 ft).
9