De camera van stroom voorzien
1
De batterijen plaatsen
Plaats de batterijen in de camera. Gebruik twee batterijen van het type AA alkaline,
lithium, Ni-MH of nikkel/mangaan.
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Duw de klep van de batterij/kaart in de richting van 1 en til de klep open in
de richting van 2.
2
Zorg bij het plaatsen van de batterijen dat de
poolaanduidingen (+) en (–) op de batterijen overeenkomen
met de aanduidingen (+) en (–) in het batterijcompartiment.
3
Sluit de klep van de batterijen/kaart en schuif de klep weer op
zijn plaats.
20
1
2