22
Bediening
Functies
Een functie is ...
geactiveerd, wanneer het overeenkomstige symbool op het beeldscherm verschijnt
gedeactiveerd, wanneer het symbool niet meer op het beeldscherm verschijnt.
Achteruitnaaien
temporair:
op de knop drukken
•
steek achteruitnaaien zolang de knop ingedrukt
•
blijft (steeklengte max. 3 mm)
Gebruik:
knoopsgatlengtes programmeren
•
lengte van het stopprogramma programmeren
•
omschakelen in het rechte steek-afhechtpro-
•
gramma (steek nr. 5)
manueel afwerken (naadbegin/naadeinde)
•
permanent:
twee keer kort achter elkaar op de knop drukken
•
de naaimachine naait de gewenste steek
•
permanent achteruit
achteruitnaaien beëindigen: één keer op de
•
knop drukken
1/2 motorsnelheid
op de toets drukken = de naaimachine naait op
•
1/2 snelheid
nogmaals op de toets drukken = de machine
•
naait weer op volle snelheid
030595.50.05_0201_a125_NL
Naaldstop-wijziging
Bij de basisinstelling wijst de pijl naar boven.
op de toets drukken
•
op het beeldscherm wijst de pijl naar beneden
•
= de naaimachine stopt met de naald in de stof
opnieuw op de naaldstoptoets drukken
•
op het beeldscherm wijst de pijl naar boven =
•
de naaimachine stopt met de naald omhoog
Attentie: Toets iets langer indrukken = de naald
wordt automatisch omhoog of omlaag gezet
Ruit-toets (#-toets)
toets voor het kiezen van steken (zie blz. 2 1)
•
clr/del-toets (clear/delete)
op de toets drukken = de basisinstelling wor dt
•
teruggehaald
afzonderlijk geactiveerde functies worden
•
uitgewist
Uitzonderingen:
naaldstop onder/boven
•
1/2 motorsnelheid
•