9 Storingen in comfort
In de meeste gevallen merkt de warmtepomp bedrijfs-
storingen op (bedrijfsstoringen kunnen leiden tot ver-
storingen van het warmtapwatercomfort) en geeft dit
aan met alarmmeldingen op het display.
Infomenu
Al deze meetwaarden worden opgeslagen onder menu
3.1 in het menusysteem van de warmtepomp. Vaak
vindt u de oorzaak van de storing door even naar de
waarden in dit menu te kijken.
Alarm beheren
In geval van een alarm is er een storing opgetreden,
die wordt aangegeven door een alarmsymbool op het
display.
Alarm
In geval van een alarm is er een storing opgetreden,
die de F130 niet zelf kan verhelpen. Op het display ziet
u wat voor soort alarm het is en kunt u het alarm reset-
ten.
alarm resetten Meestal is het voldoende om "alarm
resetten" te selecteren om het probleem dat het alarm
heeft veroorzaakt, te herstellen. Als de oorzaak van het
alarm blijft bestaan, verschijnt het alarm opnieuw. Als
het alarm verdwijnt en terugkeert, zie dan het hoofd-
stuk over het oplossen van problemen (pagina 30).
Alarmlijst
Sensoralarm, bijvoorbeeld BT6/BT13/BT77:
De sensor is defect of heeft geen contact meer met de
accessoirekaart. Het alarm herstelt zich automatisch
na de juiste aansluiting.
Controleer de aansluiting van de sensor op de basis-
kaart en of er geen kortsluiting is opgetreden in de
kabel.
Indien het bovenstaande niet de oorzaak van het
defect is, vervang dan de sensor.
30
Hoofdstuk 9 |
Storingen in comfort
Communicatiealarm display
Het display heeft geen contact meer met de basiskaart.
Controleer de aansluiting tussen de F130 en de ba-
siskaart en of er geen kortsluiting is opgetreden in
de kabel.
Problemen oplossen
Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op
het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen.
Basishandelingen
Start met een controle van de volgende mogelijke
storingsbronnen:
Dat het display is verlicht of de voedingskabel naar
de F130 is aangesloten.
Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.
De aardlekschakelaar van de woning.
Lage warmtapwatertemperatuur of gebrek
aan warmtapwater
Groot warmtapwaterverbruik.
Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. Tij-
delijk verhoogde warmtapwatercapaciteit (tijdelijk
in luxe) kan worden geactiveerd in menu 2.1.
Te lage warmtapwaterinstelling.
Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-
modus.
Geringe of geen ventilatie (afvoerluchtinstallatie)
Zie de sectie "Geringe of geen ventilatie".
Filter (HQ12) geblokkeerd (installatie met omgevings-
lucht)
Reinig of vervang het filter.
Thermostaatinstelling te laag (BT35)
Zet de thermostaat op max.
Geringe of geen ventilatie (ventilatieluchtin-
stallatie)
De ventilatie is niet ingeregeld.
Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
Filter (HQ12) geblokkeerd.
Reinig of vervang het filter.
Afvoerluchtapparaat geblokkeerd of te veel ge-
smoord.
Controleer en reinig de afvoerluchtinstallaties.
Ventilatorsnelheid in verminderde modus.
Open menu 1 en selecteer "normaal".
Hoge of ontregelde ventilatie (uitlaatlucht-
installatie)
De ventilatie is niet ingeregeld.
Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
Ventilatorsnelheid in gedwongen modus.
Open menu 1 en selecteer "normaal".
Filter (HQ12) geblokkeerd.
Reinig of vervang het filter.
NIBE™ F130