Algemene leidingaansluitin-
gen
Leidingen moeten volgens de geldende normen en
richtlijnen worden aangesloten.
De F130 is uitsluitend ontworpen voor installatie
rechtop. Alle aansluitingen zijn uitgerust met een
gladde pijp voor knelkoppelingen.
Water uit de condenswaterafvoer wordt
naar een afvoer geleid via de bijgeleverde
plastic slang. Vorm de slang in een water-
afsluiter (zie afbeelding).
NIBE adviseert voor een economische werking alle lei-
dingen tussen de F130 en de boiler te isoleren en goed
af te dichten. De isolatie moet minimaal 12 mm dik
zijn.
Doorstroombegrenser installeren
Installeer de doorstroombegrenser in een gladde pijp-
aansluiting XL41 of XL42 voordat de knelkoppeling
wordt bevestigd.
Slätrör
Strypbricka
Klämringskoppling
Voorzichtig!
Voordat de F130 wordt aangesloten, moeten
de leidingsystemen worden doorgespoeld om
te voorkomen dat componenten beschadigd
of verstopt raken door verontreinigingen.
NIBE™ F130
Systeemschema
De F130 bestaat uit een warmtepomp en een contro-
lesysteem.
Als de lucht de verdamper passeert, verdampt het
koudemiddel vanwege het lage kookpunt. Op die
manier wordt de energie uit de lucht afgegeven aan
het koudemiddel.
Het koudemiddel wordt vervolgens in een compressor
samengeperst, waardoor de druk en temperatuur ver-
der stijgen.
Het warme koudemiddel wordt naar de condensor
geleid. Hier geeft het koudemiddel zijn energie af aan
het warmtapwater, waarna het koudemiddel van een
gas overgaat in een vloeistof.
Het koudemiddel wordt via filters naar een expansie-
klep geleid waar de druk en de temperatuur worden
teruggebracht.
De cyclus van het koudemiddel is nu afgerond en het
koudemiddel keert terug naar de verdamper.
Hoofdstuk 4 |
Montage
11