6 Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
1. Controleer of het display is uitgeschakeld.
2. Controleer of de vulventielen volledig dicht zijn.
LET OP!
Controleer de automatische minizekering
(FA1) in de warmtepomp. Het kan zijn dat deze
tijdens het transport is ingeschakeld.
Vullen en ontluchten
Vullen
1. Open een warmtapwaterkraan in de woning.
2. Vul de F130 door de afsluiter op de koudwateraan-
sluiting naar de warmtepomp te openen.
3. Wanneer er met het water uit de warmtapwater-
kraan geen lucht meer meekomt, is de F130 vol en
kan de kraan worden gesloten.
Ontluchten
Ontlucht de warmtepomp met behulp van de ontluch-
tingsnippel (QM25) tot er geen lucht meer zit in het
water dat eruit komt. Herhaal deze ontluchting nadat
het apparaat enige tijd in bedrijf is geweest.
NIBE™ F130
Inbedrijfstelling en inspectie
Starten
Voorzichtig!
Er moet water in de warmtepomp zitten
voordat deze wordt ingeschakeld.
1. Start de F130 op door de stroomkabel aan te slui-
ten.
2. Volg de instructies in de startgids op het display.
Als de startgids niet start als u de warmtepomp
opstart, start u deze handmatig in menu 5.7.
TIP
Zie pagina 21 en verder voor een nadere intro-
ductie van het regelsysteem van de installatie
(bediening, menu's, enz.).
Inbedrijfstelling
De eerste keer dat de warmtepomp wordt gestart,
wordt de startgids gestart. In de instructies van de
startgids wordt aangegeven wat er moet gebeuren
tijdens de eerste start en wordt er een overzicht gege-
ven van de basisinstellingen van de warmtepomp.
De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordt
uitgevoerd en niet wordt overgeslagen. De startgids
kan later worden gestart in het menu 5.7.
LET OP!
Zolang als de startgids actief is, wordt geen
enkele functie van de warmtepomp automa-
tisch gestart.
De gids wordt bij elke herstart van de warmte-
pomp weergegeven tot dit op de laatste pagi-
na wordt uitgeschakeld.
Bediening in de startgids
1. Druk op de knop omhoog of omlaag totdat de
pijltjes in de linkerbovenhoek (bij het paginanum-
mer) zijn gemarkeerd.
2. Druk op de knop OK of Terug om vooruit of terug
te gaan in de startgids.
Zie pagina 21 voor een nadere introductie van het re-
gelsysteem van de warmtepomp.
Hoofdstuk 6 |
Inbedrijfstelling en afstelling
19