LIJST MET ONDERDELEN DIE MOETEN WORDEN GECONTROLEERD
1 = dop is correct in de opening geplaatst
2 = Hoofdschakelaar
3 = De motor is verbrand of beschadigd 4 = De elektrische voeding is niet correct
5 = Transmissie geblokkeerd tussen blad en as 6 = Zekeringen op de primaire kring van de transformator
7 = Zekeringen op de secundaire kring van de transformator 8 = Transformator beschadigd of verbrand
9 = Aansluiting van de voedingskabels
10 = Oliepeil in de tank van de hydraulische eenheid 11 = Verlies van leidingen en/of aansluitingen
12 = De regelschroef van de maximumdrukklep is losgekomen 13 = De maximumdrukklep is stuk
14 = Kwaliteit van de hydraulische olie (verbruikt, te veel vloeistof)
15 = Er zit wat water in de olie en/of er zit wat condensaat in de tank 16 = Druk op de kring te hoog (meer dan 20 BAR)
17 = De hydraulische pomp is geblokkeerd (vastlopen, uitzetten, oxidatie) 18 = De kranen van de kring zijn gesloten.
19 = De koelfilters zijn verstopt of moeten worden gereinigd 20 = De elektropomp werkt niet (zie 3-4-5-9-24)
21 = De tank is leeg of vuil
22 = Overmatige toevoer van zaagmateriaal
23 = De schroefklem sluit onvoldoende (of is te gesloten), het werkstuk is niet correct geklemd
24 = De functie SMEERMIDDEL UIT is actief (pos. 22 / dr. RI0055 voor de modellen SH-E, SHI-E).
12.2 - PROBLEMEN IVM HET ZAAGBLAD / OORZAKEN / OPLOSSINGEN
1. VOORTIJDIGE EN EXCESSIEVE SLIJTAGE VAN DE TANDEN
- duwkracht te kort: verhoog deze;
- verlaag snelheid van de riemschijven; - koelstraal te kort;
- verkeerd koelmiddel;
- incorrecte vertanding: gebruik een lint met een dikkere vertanding: - ongepaste lintinloop;
- de tanden bewegen tegen de zaagrichting in; draai het lint om.
2. TRILLINGEN VAN HET ZAAGBLAD
- verhoog of verlaag de zaagbladsnelheid
- doffe trilling: verhoogd de spanning van het zaagblad;
- te grote tanden voor het te zagen werkstuk;
- de trillingen zetten zich door in de voet; verminder de zaagdruk;
- de trilling kan worden toegeschreven aan de hoge frequentie: verhoog de daalsnelheid van het zaagframe ; - het materiaal is niet goed
vastgeklemd;
- gebruik een variabele steek of een positieve vertanding.
3. AFGEBROKEN TANDEN
- Te grote tanden voor het gedeelte dat moet worden verzaagd; - het materiaal is niet perfect vastgeklemd;
- incorrecte koelvloeistof;
- ontoereikende koelvloeistof;
- te hoge zaagdruk: controleer de spanen; - te lage snelheid van de riemschijven;
- de groeven zitten vol spaan.
4. ZAAGVLAK TE RUW
- Kies een dunnere steek;
- verhoog de snelheid van de riemschijf; - verlaag de zaagkop;
- meet de koelvloeistof nauwkeuriger.
5. VOORTIJDIGE BREUK VAN HET ZAAGLINT
- Te grote zaaglintdikte voor de diameter van de riemschijf; - bandgeleiders staan te ver open bij hoge snelheid;
- verhoog of verlaag de snelheid;
- controleer of de riemschijven defect zijn; - te grote vertanding;
- te hoge bandspanning; het neerliggende zaaglint gaat aan de zijkant omhoog;
- daling zaagframe te sterk: de rug van het zaaglint is gepolijst en gestuikt;
- De druklagers zijn niet uitgelijnd met de zaaglintwielen: het neerliggende lint krult en de rugzijde van het zaaglint is gepolijst en gestuikt;
- de lintgeleiders zijn te strak: het neerliggende lint krult als een veer omhoog; hoe strakker de tanden, des te meer torsie van het lint;
- te weinig koelvloeistof.
AUTO MATIS CHE HY DR AUL IS CHE M ETA A L L IN TZA AG BS 400/60 A FI-NC MET NUM ERIEK E BES TURIN G, BRT
43