3. GEBRUIKSAANWIJZINGEN EN WAARSCHUWINGEN
Deze lintzaagmachine kan zaagcycli uitvoeren, waarna het gezaagde materiaal moet worden verwijderd en indien nodig de zaagcondities
moeten worden veranderd = SEMI-AUTOMATISCHE CYCLI
De machine kan ook autonome zaagcycli uitvoeren, inclusief de toevoer van het profiel tot dit volledig is gezaagd
= AUTOMATISCHE CYCLI
Zo kan de machine door de operator worden bediend of automatisch een zaagcyclus uitvoeren, die eindigt als de machine stopt. De
startprocedure moet worden herhaald om een nieuwe te starten.
11.1 - Deze machine is zo ontworpen en gefabriceerd dat ze veilig door de operator kan worden gebruikt, op voorwaarde dat dit
op een correcte manier gebeurt. Geen enkele bescherming volstaat als de operator niet voorzichtig te werk gaat, niet controleert
of de machine zich in perfecte werkconditie is en de onderstaande instructies niet naleeft.
Vergeet niet dat deze lintzaag ontworpen is om METAAL te zagen met het juiste gereedschap dat u verantwoordelijk bent voor
een VEILIG en CORRECT gebruik. U:
1. moet controleren of de machine correct is geïnstalleerd en of de elektrische voeding geschikt is. 2. moet alle belangrijke
functies van de zaagmachine leren kennen alvorens deze te gebruiken.
3. mag uzelf of andere personen aan geen enkel risico blootstellen. 4. moet persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
5. mag de door de fabrikant geïnstalleerde VEILIGHEIDSINRICHTINGEN niet verwijderen of wijzigen, en u moet ervoor zorgen
dat ze ook altijd in goede staat verkeren.
6. moet een regelmatig onderhoudsschema naleven en de efficiëntie van de zaag op regelmatige tijdstippen controleren. 7.
mag nooit gereedschappen met ontoereikende eigenschappen gebruiken.
8. mag geen materiaal proberen zagen waarvoor een grotere zaagcapaciteit nodig is dan deze van de machine. 9. moet de
werkomgeving vrijhouden van gereedschappen of losse voorwerpen.
10. mag de zaagmachine niet in bedrijf stellen, voordat alle beschermingen en beveiligingen zijn aangebracht.
11. DRAAG NOOIT losse kleding, lange mouwen, grote handschoenen, sieraden of andere voorwerpen die in de machine
verstrikt kunnen geraken.
12. Schakel steeds de voedingsspanning uit, als u onderhoudswerken uitvoert of instellingen aanpast.
13. Houd uw handen of enig ander lichaamsdeel uit de buurt van het zaagblad, wanneer de zaagmachine in bedrijf is. 14. Klem
het materiaal stevig vast in de schroefklem en houd het nooit met uw handen vast.
15. Ondersteun het profiel aan beide kanten te voorkomen dat dit valt.
Wij raden aan om een rollentafel te installeren aan de loszijde in het geval dat de zaaglengte van het profiel groter
is dan de afstand tussen het zaagblad en de rechterzijde van de sokkel.
16. Let er bij het zagen van erg korte stukken op dat ze niet vastlopen in het zaagblad.
17. Als het zaagblad in het materiaal blijft haken, moet u de machine stoppen, de schroefklem openen en het materiaal
verwijderen. Controleer vervolgens de toestand van het zaagblad en de tanden. In geval van beschadiging of breuk vervangt u
het zaagblad.
18. Oefen een constante druk uit tijdens het zagen.
19. Verplaats de zaag niet tijdens het zagen en vermijd instabiliteit.
20. Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting bij het gebruik van de machine.
GEBRUIK DE ZAAGMACHINE ALTIJD OP VEILIGE EN VERSTANDIGE WIJZE, EN WEES ALERT.
AUTO MATIS CHE HY DR AUL IS CHE M ETA A L L IN TZA AG BS 400/60 A FI-NC MET NUM ERIEK E BES TURIN G, BRT
15