Onderhoud
aandrijfsysteem
Onderhoud van de rupsbanden
De rupsbanden reinigen
Onderhoudsinterval: Na elk gebruik
Controleer regelmatig de rupsbanden op overmatige slijtage
en maak ze schoon. Vervang de rupsbanden als deze versleten
zijn.
1. Laat de frees zakken.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Gebruik een waterslang of een hogedrukreiniger om
de rupsbanden te reinigen.
Belangrijk: Gebruik alleen waterdruk voor het reinigen
van de rupsbanden. De rest van de machine mag
niet met een hogedrukreiniger behandeld worden.
Hogedrukreiniging kan het elektrische en hydraulische
systeem beschadigen of de smering aantasten.
Belangrijk: Zorg ervoor dat u de wielen en de
kettingwielaandrijving grondig reinigt (Figuur 46).
Figuur 46
1. Wegwielen
2. Kettingwielaandrijving
De spanning van de rupsbanden
controleren en afstellen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Om de spanning van de rupsbanden te controleren, plaatst
u 20,4 kg op de rupsband, in het midden tussen het voorste
wegwiel en de kettingwielaandrijving. De rupsband mag niet
meer dan 0,6 à 1 cm doorbuigen; zie Figuur 47. Als hij te veel
doorbuigt, stel dan de spanning van de rupsbanden af met
behulp van de volgende procedure:
3. Rupsband
1. Stop de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet de motor af, laat de frees zakken, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3. Zet de contramoer van de spanbout van de rupsband
los (Figuur 48).
1. Spanbout
2. Contramoer
4. Draai de spanbout aan tot 32,5 à 40,7 Nm om de
rupsband aan te spannen (Figuur 48).
5. Zorg ervoor dat de rupsband niet meer dan 0,6 à
1 cm doorbuigt als er een kracht van 20,4 kg op wordt
uitgeoefend. Stel de torsie van de spanbout af zoals
vereist.
6. Draai de contramoer vast.
Rupsbanden vervangen
Vervang de rupsbanden als deze versleten zijn.
1. Laat de frees zakken.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Breng de betreffende zijde omhoog of ondersteun deze
zodat de rupsband 7,6 tot 10 cm van de grond is.
4. Neem de spanbout en de contramoer weg (Figuur 48).
5. Druk het spanwiel zo ver mogelijk naar achteren
(Figuur 49).
32
Figuur 47
Figuur 48
3. Klembouten