• Druk op de [GM]-toets om de GM (Group Monitor)-functie AAN te zetten
en controleer of andere stations die op frequentie werken al dan niet met
de GM (Group Monitor)-functie AAN, en dezelfde GD-ID-nummerinstelling
hebben , bevinden zich in het communicatiebereik.
• De andere stations moeten ook de GM (Group Monitor)-functie AAN heb-
ben
6.Druk op de [GM]-toets om de GM (Group Monitor)-functie UIT te zetten en
terug te keren naar de normale werking. in de GM-functie kunnen de roepnaam en de signaalsterkte
van maximaal 24 stations met de GM-functie ingeschakeld en die zich binnen het communicatiebe-
reik bevinden, worden gecontroleerd.
Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van elk item naar "FTM-300DR/DE GM
Function Instruction Manual", die beschikbaar is op de Yaesu-website.
De groepsleden stellen het DG-ID-nummer in op "50"
DG-IDT
50 (verzenden)
R50 (ontvangen)
Alleen groepsleden die zijn ingesteld op het-
zelfde DG-ID-nummer mogen communiceren
DG-IDT
50 (verzenden)
R50 (ontvangen)
Stations die het ontvangen DG-ID-nummer
instellen op een ander nummer dan "00" ont-
vangen mogelijk niet de signalen die niet over-
eenkomen met de DG-ID aantal.
Het ontvangst DG-ID-nummer instellen
op "00", zodat alle digitale C4FM-stations
signalen kunnen worden ontvangen.
DG-ID
T00 (verzenden)
R00 (ontvangen)
DG-ID
T90 (verzenden)
R90 (ontvangen)
31
DG-ID
T00 (verzenden)
R00 (ontvangen)