AANSLUITING SYNCHRONE MODUS
Belangrijk! Begin met de volgende handelingen op beide automatiseringen:
- plaats de RSE-kaart (met de dipswitches in OFF) op de connector van de stuurkast van beide automatiseringen.
- sluit de twee stuurkasten met een CAT 5-kabel (max 1.000 m) aan de klemmen A-A / B-B / GND-GND aan, zie paragraaf AANSLUITING VOOR
SYNCHRONE OF AFWISSELENDE MODUS.
- sluit alle bedienings- en beveiligingsinrichtingen aan op de stuurkast van de MASTER-automatisering.
Belangrijk! Deactiveer de functie F 19 (duur automatische sluiting) op de stuurkast van de SLAVE-automatisering.
Opslaan
Voer de gebruiker in met de instructie ALLEEN OPENEN en GEDEELTELIJKE / VOETGANGERSOPENING op de MASTER-stuurkast.
Confi guratie van de MASTER-automatisering
MASTER
Selecteer de functie F 49. Druk op ENTER om te bevestigen.
Selecteer 1 (synchroon) en druk op ENTER.
Parameters overbrengen van MASTER naar SLAVE
Selecteer de functie F 52 op de MASTER-stuurkast.
Selecteer 1 en druk op ENTER.
SLAVE
Programmering
Stel op beide slagbomen de functies in:
- instelling type motor (A1);
- motortest (A2);
- totale stop (F1);
- afstelling van de baan (A3).
Ga over tot het instellen en regelen op de MASTER-stuurkast.
Werkingswijzen
Instructie STAP-VOOR-STAP of ALLEEN OPENEN. Beide slagbomen openen.
Instructie GEDEELTELIJKE /VOETGANGERSOPENING. Alleen de MASTER-slagboom opent.
Voor de instructies die geselecteerd en aan de gebruikers gekoppeld kunnen worden, zie paragraaf GEBRUIKERS TOEVOEGEN MET BIJBEHORENDE
INSTRUCTIE.
MASTER
MASTER
SLAVE
SLAVE