Bedieningsinrichtingen
Transponder of kaartlezer
Codeklavier
Functie OPENEN-SLUITEN-OMKEREN (stap-voor-stap)
met bedieningsinrichting (N.O.-contact).
Functie ALLEEN SLUITEN met bedieningsinrichting (N.O.-
contact).
Let op: in modus HOLD-TO-RUN moet de
bedieningsinrichting verplicht aan 2-4 worden aangesloten.
Let op! Functie ALLEEN OPENEN met
bedieningsinrichting (N.O.-contact), alleen aan te
sluiten bij installaties met synchrone of afwisselende
werkingsmodus. (Zie AANSLUITING SYNCHRONE
MODUS of AANSLUITING AFWISSELENDE MODUS)
Functie ALLEEN OPENEN met bedieningsinrichting
(N.O.-contact).
Let op: in modus HOLD-TO-RUN moet de
bedieningsinrichting verplicht aan 2-3 worden
aangesloten.
Stopknop (N.C.-contact). Kan de slagboom stoppen met
uitschakeling van de automatische sluiting. Druk, om de
beweging te hervatten, op de bedieningsknop of een andere
bedieningsinrichting.
Indien niet gebruikt, zet dan de functie F 1 op 0
(gedeactiveerd).
Plaats de decoderingskaart
(R800) om het codeklavier te laten
herkennen.
LET OP! Voor een correcte werking is, alvorens een insteekkaart te plaatsen (bijv. AF, R800), is HET VERPLICHT OM DE STROOM
UIT TE SCHAKELEN en de batterijen, indien aanwezig, te verwijderen.
Antenne met RG58-kabel
Plaats de AF-kaart om de slagboom
met een zender te besturen.
M E
C A
Monteer de decoderingskaart (R700)
om de sensor (TSP00) of de kaartlezer
(LT001) te laten herkennen.
Zwart
Rood
Blauw
Wit
A B GND
A
B
S1 GND