Inhoudsopgave
Advertenties
6. Onderhoud
Installatie
1. Reinig de motoras, spie, bus en boring van het wiel zorgvuldig. CONTROLEER OF DE
NETVOEDING IS UITGESCHAKELD en of de as en spie volledig vrij zijn van roest en bramen.
Breng GEEN smeermiddel aan op de bus en kopbouten. CONTROLEER OF ALLE
BEVESTIGINGSBOUTEN VAN DE MOTOR GOED VASTZITTEN. Controleer het volgende voordat
u het schoepenwiel monteert:
a. Alle vreemde stoffen moeten zijn verwijderd van het wiel.
b. Controleer de gelaste wielconstructie en de gegoten naaf zorgvuldig op beschadiging, scheuren
en overige defecten. Neem contact op met de fabriek indien u twijfels hebt over de
constructietoestand van het schoepenwiel.
2. Schuif het wiel zo ver mogelijk op de motoras.
3. Lijn de spiebaan in de bus uit met de spie en SCHUIF de bus op de motoras. Drijf de bus niet tot op
de as, want daardoor kunnen de motorlagers beschadigd raken.
4. Draai de bus en het wiel tot de spiebanen zich op één lijn bevinden en bevestig het wiel losjes op de
bus. CONTROLEER OF DE KOPBOUTEN IN DE SCHROEFDRAADLOZE SPELINGSGATEN VAN
DE BUS ZIJN GESTOKEN. Zie de vorige opmerkingen bij het symbool VOORZICHTIG
25. Breng de bus zodanig aan dat deze zich ongeveer op één lijn met de motoras bevindt. Zorg dat
u bij het opnieuw monteren de juiste kopbouten gebruikt en vergewis u ervan dat de bouten niet
beschadigd zijn geraakt tijdens het demonteren. Gebruik uitsluitend de speciale bouten die bij het
oorspronkelijke schoepenwiel zijn meegeleverd.
5. Monteer de inlaatconus en controleer de speling tussen schoepenwiel en inlaatconus. Verschuif de
inlaatconus zodanig dat deze ten opzichte van het schoepenwiel is gecentreerd en het schoepenwiel
rondom een gelijke speling heeft. Draai de bouten van de inlaatconus vast.
26
PNEG-1900CE-NL CE-goedgekeurde laagtoerige centrifugaalventilator - Installatie en bediening
op pagina
Advertenties
Inhoudsopgave
