Regelbare systemen en
functies
Tweedraadssysteem met een klep voor het
koelen of verwarmen (J3=A):
De regelaar kan voor de besturing van een
installatie met een verwarmings-/koelklep
in een tweedraadssysteem worden
gebruikt: een systeem met klepgestuurd,
halfjaarlijks verzorgd warm medium in de
winter, bijv. door een verwarmingsketel en
halfjaarlijks verzorgd koud medium in de
zomer, bijv. door een koudwatergenerator.
Maar ook omschakelbare, bijv. lucht
-water- of sole-water-warmtepompen
kunnen een tweedraadssysteem voeden.
Een warmtewisselaar in de binnenunit kan
dan de warmte, resp. koude afgeven.
Slechts een op klem 3-4 aangesloten
klep, regelt hierbij de aansturing van
het mediumzijdige volumestroom in de
warmtewisselaar van de binnenunit in
beide bedrijfsmodi.
Een omschakeling van de bedrijfsmodi kan
handmatig via de regelaar met behulp van
de bedrijfskeuzeschakelaar of automatisch
via de voorlooptemperatuursensor SM
worden uitgevoerd.
Vierdraadssysteem met een klep voor het
koelen en een elektr. verwarmingselement
voor het verwarmen (J3= B):
De regelaar kan voor de besturing van
een installatie met een koelklep en nog
een andere verwarmingsklep in een
vierdraadssysteem worden gebruikt: een
systeem met klepgestuurd, halfjaarlijks
verzorgd warm medium in de winter,
bijv. door een verwarmingsketel en een
tweede systeem met halfjaarlijks verzorgd
koud medium in de zomer, bijv. door een
koudwatergenerator.
Een warmtewisselaar voor het koelen nog
een warmtewisselaar "verwarmen" in de
binnenunit kunnen dan de betreffende
warmte, resp. koude afgeven.
Een op klem 3-4 aangesloten
verwarmingsklep een op klem 5-6
aangesloten koelklep regelt hierbij
de aansturing van het mediumzijdige
volumestroom in de warmtewisselaar van
de binnenunit in beide bedrijfsmodi.
Een omschakeling van de bedrijfsmodi kan
handmatig via de regelaar met behulp van
de bedrijfskeuzeschakelaar of automatisch
via de voorlooptemperatuursensor SM
worden uitgevoerd.
Tweedraadssysteem met een klep voor het
koelen en een elektr. verwarmingselement
voor het verwarmen:
De regelaar kan voor de regeling
van een installatie met een elektrisch
verwarmingselement voor het verwarmen
en een klep voor het koelen worden gebruikt
bij een tweedraadssysteem: een elektrisch
gevoed verwarmingselement in de winter
en een tweede systeem met een halfjaarlijks
verzorgd, koud medium in de zomer,
bijvoorbeeld door een koudwatergenerator.
Een warmtewisselaar voor het koelen en
een elektrisch verwarmingselement voor
het verwarmen in de binnenunit kunnen
dan de betreffende warmte, resp. koude
afgeven. Een op klem 3-4 aangesloten
elektrisch verwarmingselement en een op
klem 5-6 aangesloten koelklep, regelt de
aansturing van het verwarmingselement
en het mediumzijdige volumestroom in de
warmtewisselaar van de binnenunit.
Een omschakeling van de bedrijfsmodi kan
handmatig via de regelaar met behulp van
de bedrijfskeuzeschakelaar of automatisch
via de voorlooptemperatuursensor SM
worden uitgevoerd.
Bij het gebruik van verwarmingselementen
is een aan de lokale omstandigheden
aangepaste naloop van de ventilator na
uitschakeling van het verwarmingselement
noodzakelijk (ter plaatse te realiseren).
9