3. "Drempelwaarde"
In een aanvullende veld kan een waarde vastgelegd worden, welke als drempelwaarde
gebruikt wordt. Zodra deze waarde gemeten wordt door de aangesloten sensor van de PCE-
DFG N, begint de meting.
Alarm
Met behulp van de alarmfunctie kan tijdens de meting een alarm afgegeven worden, bij onder- of
overschrijding van de vastgelegde boven- en ondergrenzen. Deze alarmen worden wel vastgesteld en
opgeslagen, maar zorgen er niet voor dat de meting vroegtijdig wordt afgebroken.
Indien er een alarm afgegeven wordt tijdens een meting, kan dit na beëindiging van de meting
ingezien worden. Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk "Alarmen".
U kunt kiezen uit de volgende alarmen:
"Gedeactiveerd"
Er zijn geen alarmen geactiveerd.
"Breuk"
Controle op materiaaloverbelasting
Voor dit alarm dient een bovengrens en een procentuele stapwaarde vastgelegd worden.
Wordt deze bovengrens tijdens een meting bereikt of overschreden, dan wordt het alarm
afgegeven en opgeslagen. Telkens wanneer, vanaf dit moment, de meetwaarde naar of
onder het percentage daalt dat is ingesteld, wordt ook hiervoor het alarm afgegeven en
opgeslagen.
"Binnen / Buiten"
Voor deze twee alarmen legt u vooraf een boven- en ondergrens vast.
Afhankelijk van het gekozen alarm, wordt er telkens een alarm afgegeven wanneer de
meetwaarde "binnen" of "buiten" het gekozen bereik ligt.
Grafische weergave
Hier kan ingesteld worden, of de grafiek tijdens of pas na de afgeronde meting weergegeven wordt.
GEBRUIKSAANWIJZING
Krachtmeters PCE-DFG N Serie
26