B E S C H R I J V I N G V A N H E T S Y S T E E M
2.2.3
Maaimotor
Elk maaimes heeft zijn eigen maaimotor. De motor bedient het mes
direct met de benodigde snelheid. De motor is vanuit de AllTrec in te
stellen op een toerental tussen 2000 en 3000 rpm.
De elektromotor heeft een verlengde robuuste flens die de motor-as
voldoende steun geeft bij belasting op het maaimes.
Aandrijfmechanisme
Type aandrijving
Snelheid
Werkspanning
Besturing
Tabel 2-2
Motor specificaties
2.2.4
Motorregelaar behuizing
Iedere maaimotor heeft zijn eigen motorregelaar. Deze regelaars zitten
veilig en spatwaterdicht in een stalen behuizing.
2.2.5
Zwenkwiel
Aan de voorzijde van het Maaidek bevinden zich 2 of 4 grote
zwenkwielen met volrubber banden. Deze zwenkwielen houden het
Maaidek op de ingestelde hoogte en zorgen dat het Maaidek soepel
over het veld beweegt.
2.2.6
Looprol
Aan de voorzijde, in het midden bevindt zich een brede looprol, aan de
achterzijde zit aan iedere kant een smalle looprol. Tevens zit er aan de
voorzijde op de hoek een smalle looprol.
Bij een ongelijk veld zorgen de looprollen ervoor dat het Maaidek niet in
het gras 'hapt'.
Maaidekken
Elektrisch
2000-3000 rpm
48- 80 VDC
CAN bus
21