Inhoudsopgave
Advertenties
Plafond- wandbevestiging
5.1 Voorbereiding van de elektrische aansluiting
Leveringsomvang
• Kabels aan plafondbuis
• Klemmen op flens
Let op:
• Nummer de kabels van de plafondbuis als volgt door (alleen bij lampcombinaties):
1=hoofdlamp, 2=satellietlamp 1, 3=satellietlamp 2).
Steek de kabels door de flens.
Voor aansluiting van het lichtsysteem op de elektrische installatie op de standplaats zijn serieklemmen op
de flens gemonteerd. Deze moeten toegankelijk zijn voor de elektrische veiligheidscontrole bij de
montage van het lichtsysteem en voor latere controles.
Bevestig de voedingsleiding en de kabels van de plafondbuis op de serieklem. Let daarbij op de correcte
toewijzing van de afzonderlijke kabels (nr. 1 op nr. 1 enz.).
De lamp wordt gewoonlijk geleverd met geïntegreerde transformator en aansluitkabel met
randaardestekker (uitzondering Mach 120 en Mach 380). Het gebruikte stopcontact moet geïnstalleerd
zijn conform de eisen van IEC of VDE 0107.
Als de trafo niet in de lamp is ingebouwd of niet in de lamp mag zitten, moeten de doorsneden van
de installatieleidingen afhankelijk van de leidinglengte en het opgenomen vermogen uitgevoerd
zijn.
De aanbevolen doorsneden staan vermeld in de tabel.
Opgenomen
vermogen
[W]
50
150
200
250
Na de elektrische aansluiting moet de correcte werking onbelast worden gecontroleerd.
Bij aansluiting op een externe transformator zal de voorkomende spanning U vanwege ontbrekende
belasting en te verwachten leidingverliezen ca. 10% tot 20% boven de nominale spanning liggen.
Een aanpassing is pas zinvol na voltooide eindmontage van de lamp.
59500001
5. Elektrische aansluiting
Plafondbevestiging
Wandbevestiging
Enkelvoudige leidinglengte [m]
tot 10
tot 20
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
4,0
2,5
4,0
Leidingdoorsnede [mm
Uitgave 01
Dr. Mach
Lampen + techniek
tot 40
tot 70
2,5
4,0
4,0
6,0
6,0
10,0
6,0
10,0
2
]
24.10.01 / Bak pagina 17/36
Advertenties
Inhoudsopgave
