Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opnemen Van Een Specifiek Spoor (Onderdeel) - Casio CELVIANO AP-650M Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Opnemen van een specifiek
spoor (Onderdeel)
U kunt specifieke instrumenten, het linker en rechter
hand gedeelte of andere gedeelten van een melodie
afzonderlijk opnemen en ze dan combineren tot een
uiteindelijke melodie.
■ Wat is een spoor?
Een "spoor" is een afzonderlijk opgenomen onderdeel
van een melodie. De melodierecorder van deze
Digitale Piano heeft in het totaal 17 sporen, waarvan er
een systeemspoor is zoals hieronder beschreven.
Systeemspoor
Naast noten die u op het toetsenbord speelt en
andere bewerkings- en bedieningsgegevens, omvat
het systeemspoor ook een grote hoeveelheid
instelinformatie voor de melodie, inclusief laag aan/
uit, splitsing aan/uit, tempo, automatische
begeleidingsinstellingen, nagalm aan/uit, enz.
Wanneer u een melodie met een enkel spoor
opneemt naar het recordergeheugen, zoals getoond
onder "Opnemen naar het ingebouwde
melodiegeheugen (melodierecorder)" (pagina D-33)
en "Opnemen of weergeven van meerdere
melodieën" (pagina D-34), dan wordt alles
opgenomen op het systeemspoor.
Sporen 01 tot en met 16
Deze sporen kunnen worden gebruikt om zowel
noten op te nemen als bewerkingen van het pedaal
en de instelling van de toetsenbordtoon. Deze
sporen kunnen worden gecombineerd met het
systeemspoor en elkaar om de uiteindelijke melodie
te creëren.
C
Opnemen van uw spel op het toetsenbord
■ Ondersteunde spoordata
Hieronder volgt een omschrijving van de data die
opgenomen kunnen worden naar elk type spoor.
Systeemspoor, Sporen 01 tot en met 16
Toetsenbordnoten, toetsenbordtooninstelling (hoofd)
en pedaalbewerking
Alleen systeemspoor
Laag, splitsing, octaafverschuiving, nagalm, zweving,
tempo, automatische begeleidingsweergave,
automatische harmonisatie, één-toets vorkeuze,
*1
muziekvoorkeuze
, registratie
*1 Alleen oproepen
*2 Het volumeniveau van de automatische begeleiding
en de transponeerinstelling van de opgeroepen
gegevens wordt niet opgenomen in de opname.
1.
Neem het eerste onderdeel op naar het
systeemspoor.
• Volg de procedure onder "Opnemen naar het
ingebouwde melodiegeheugen (melodierecorder)"
(pagina D-33) of "Opnemen of weergeven van
meerdere melodieën" (pagina D-34) om het
systeemspoor op te nemen.
2.
Ga d.m.v. de
4
(SONG RECORDER) toets
door de melodierecordermodi totdat de
indicator boven de SONG RECORDER toets
knippert. Dit is de opnamemodus van de
melodierecorder.
Knipperen: Opnamemodus
3.
cs
Houd de
(FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de
4
(SONG RECORDER) toets.
Hierdoor wordt het spoorselectiescherm getoond.
Selecteer d.m.v. de
ct
volgende wilt opnemen (T01 tot en met T16).
Druk na het selecteren van een spoor op de
toets om het spoorselectiescherm te verlaten.
Spoornaam
Systeemspoor
Sporen 01 tot en met 16
*1*2
(w, q) toets het spoor dat u als
dm
(EXIT)
Display
Sys
T01 tot en met T16
D-35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave