Het draadloze systeem bestaat altijd uit een zender (= bv. draadloze ruimtesensor) en een
ontvanger. De ontvanger kan de signalen van maximaal 8 zenders ontvangen.
De sensor zendt automatisch iedere 10 minuten de meetwaardes naar de ontvanger. Bij een
handmatige wijziging op de sensor (niveauverstelling +/-5 K, verstelling van de
schuifschakelaar) of bij wijziging van de meetwaarde (ruimtetemperatuur +/- 0,5K,
ruimtevochtigheid +/- 1%) worden de waardes direct verzonden.
De ontvanger krijgt de signalen van de zenders en stuurt deze via de dataleiding (DL-Bus)
naar de regelaar. Bij de regelaar UVR16x2 worden deze als DL-ingangen, bij regelaar
UVR1611 als netwerk-ingangsvariabele (bron: DL) en bij de regelaars ESR31, UVR61-3,
UVR63 en UVR63H als externe sensoren overgenomen.
Bij de regelaar UVR16x2 ontstaat een timeout, indien na het drie maal opvragen door de
regelaar geen waarde wordt overgegeven. Bij de regelaar UVR1611 kunnen voor de DL-
netwerkingangen timeout-tijden (lengte: minimaal 10 minuten) worden vastgelegd. Indien er
geen informatie van de DL-Bus komt, wijzigt in het geval van een timeout de netwerkfout
(UVR16x2) cq. de netwerkstatus (UVR1611) en kan in de programmering van de regelaar op
deze storingssituatie worden gereageerd.
De ontvanger RCV-DL kan met de volgende regelaars worden gebruikt:
UVR16x2
UVR1611 vanaf versie A3.00 en serienummer 13286
UVR63H vanaf versie 5.0
UVR63 vanaf versie 1.0
UVR61-3 vanaf versie 5.0
ESR31 vanaf versie 1.0
Voeding
De draadloze ruimtesensor wordt door de geplaatste batterij gevoed.
De ontvanger wordt direct uit de DL-Bus gevoed.
Belangrijke opmerking voor UVR1611: indien gelijktijdig CAN-Busdeelnemers door de
regelaar worden gevoed, dient absoluut een 12V-adapter (CAN-NT) ter ondersteuning van
de voeding van deze apparaten te worden gebruikt.
4
Functiebeschrijving