Inschakelbeveiliging
Ook als de PIN-beveiliging is uitgescha-
keld, wordt bij het inschakelen van het
toestel een bevestiging vereist.
Zo wordt voorkomen dat de telefoon per
ongeluk wordt gebruikt, bijv. wanneer u
de telefoon in uw jaszak draagt of als u
zich in een vliegtuig bevindt.
De aan-/uit-/eindetoets
den en bevestigen met
wordt ingeschakeld.
Bellen
Nummer intoetsen
Het toestel moet ingeschakeld zijn (stand-
bystand). Voer het nummer in (altijd in-
clusief netnummer, eventueel met land-
0
nummer).
ingedrukt houden bij het kie-
zen van landcodes totdat er een "+" wordt
weergegeven. Druk op
het land.
Druk kort op
§Wissen§
te wissen; met lang indrukken wist u het
hele telefoonnummer. Als u het nummer
wilt kiezen, drukt u op de verbin-
A
dingstoets
.
Gesprek aannemen
Het toestel moet ingeschakeld zijn (stand-
bystand). Een inkomende oproep onder-
breekt elk ander gebruik van de telefoon.
Druk op
of
§Beantw.§
Neem altijd eerst de oproep aan voordat u de
telefoon tegen het oor houdt. Zo voorkomt
u schade aan het gehoor door al te luide bel-
tonen.
Handsfree
U kunt tijdens een gesprek de telefoon
neerleggen (handsfree spreken). In dat
geval wordt het geluid via de luidspreker
weergegeven.
Activeer de functie handsfree met
en schakel in met
§Handsfr.§
B
ingedrukt hou-
. De telefoon
§OK§
en selecteer
§Land§
om het laatste cijfer
A
.
.
§Ja§
Regel het volume met
te drukken, wordt "handsfree
§Handsfr.§
spreken" uitgeschakeld.
Schakel "handsfree" altijd uit voordat u de te-
lefoon bij uw oor houdt. Zo voorkomt u schade
aan het gehoor.
Wisselen tussen 2
gesprekken
Breng tijdens een gesprek een nieuwe
verbinding tot stand met
J
¢
(kies een nieuw telefoon-
wacht
nummer). Met
y menu§
u heen en weer schakelen tussen de twee
gesprekken.
Als u tijdens een telefoongesprek de wis-
selgesprektoon hoort (pag. 17), kunt u de
wachtende oproep aannemen met
, waardoor het huidige gesprek in
§Wisselen§
de wacht wordt gezet.
U kunt op de hierboven beschreven wijze
tussen de gesprekken heen en weer scha-
kelen of het huidige gesprek beëindigen
B
met
en het nieuwe gesprek aanne-
men met
§Beantw.§
Babyfoon
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
kan slechts één telefoonnummer worden
gekozen.
m
¢
¢
Beveiliging
§Menu§
D
Druk op
en voer de toestelcode in.
De toestelcode (4 tot 8 cijfers) wordt door
u ingesteld en de eerste keer dat hiernaar
wordt gevraagd, ingevoerd. Vergeet niet
deze code te noteren (zie tevens pag. 8)! Be-
vestig de invoer van de code met
Druk op
§Wijzigen§
en voer het nummer in
·
(druk op
om het telefoonnummer
uit het adresboek pag. 12 of uit het tele-
foonboek pag. 12 te selecteren). "Aan"
bevestigen met
§OK§
De rechterdisplaytoets ingedrukt houden
om het nummer te kiezen.
Bellen
E
. Door op
¢
y menu§
¢
Wisselen
.
¢
Babyfoon
§OK§
.
9
b
In
kunt
.