Bedrijf
22
8
Bedrijf
8.1
Aanpassen van het meetinstrument op de
procesomstandigheden
8.1.1
Opnemen van het referentiespectrum
Een referentiespectrum moet worden aangemaakt voor referentiemetingen. Alle volgende
metingen worden dan berekend in relatie tot het referentiespectrum.
‣
Meet een spectrum van een uniform en transparant medium (nuloplossing), bijv.
gedestilleerd water.
Zie voor gedetailleerde informatie over de instellingen van de CM44P-transmitter,
BA01954C
8.1.2
Kalibratie
Eenpuntskalibratie
De meetfout tussen de meetwaarde van het instrument en de laboratoriummeetwaarde is
te groot. Dit wordt gecorrigeerd door een 1-punts kalibratie.
y
6
5
4
3
2
1
15
Principe van een 1-punts kalibratie
x
Meetwaarde
y
Doelmonsterwaarde
a
Fabriekskalibratie
b
Toepassingskalibratie
1. Kies gegevensrecord.
2. Stel het kalibratiepunt in het medium in en voer de doelmonsterwaarde in
(laboratoriumwaarde).
Tweepuntskalibratie
Meetwaarde-afwijkingen moeten worden vergeleken voor 2 verschillende punten in een
toepassing (bijv. de maximum en minimum waarde van de toepassing). Dit om een
maximale nauwkeurigheid te waarborgen tussen deze 2 extreme waarden.
1
2
3
4
5
Memosens Wave CKI50
a
b
x
6
7
8
Endress+Hauser
A0039320