SOFTWARESERVICETOOL
7
Gebruik de horizontale schuifbalk om registratiespecifieke kolommen zichtbaar te maken in het
venster. De titels van deze kolommen zijn:
• Log Act. (Reg. huid.)
• Log Avg. (Reg. gem.)
• Log Min. (Reg. min.)
• Log Max. (Reg. max.)
Vink selectievakjes in deze kolommen aan om aan te geven welke weergaven van een specifieke
variabele worden opgenomen in de geregistreerde gegevens.
Items die ontbreken in de lijst van gemonitorde variabelen kunnen ook hier worden toegevoegd:
Stap 1: Open de boomstructuur in het kleine paneel links van het venster.
Stap 1:
Stap 1:
Stap 1:
Stap 2: Open de mappen op het niveau waar individuele variabelenamen zichtbaar worden.
Stap 2:
Stap 2:
Stap 2:
Stap 3: (Variabelen die al in de monitoringlijst zijn opgenomen hebben een groene achtergrond).
Stap 3:
Stap 3:
Stap 3:
Stap 4:
Stap 4: Zoek de variabele die u wilt toevoegen zodat deze wordt opgenomen in de registratie.
Stap 4:
Stap 4:
Stap 5: Klik op de variabele om hem te selecteren.
Stap 5:
Stap 5:
Stap 5:
Stap 6:
Stap 6:
Stap 6:
Stap 6: Klik op de knop die naar rechts wijst in het middenpaneel.
Stap 7: Plaats vinkjes in de kolommen voor de weergaven die u wilt laten registreren.
Stap 7:
Stap 7:
Stap 7:
Stap 8: Klik op de knop "Close" (Sluiten) van de Monitoring List Editor.
Stap 8:
Stap 8:
Stap 8:
Stap 9:
Stap 9:
Stap 9:
Stap 9: Klik op de knop "Close" (Sluiten) van het dialoogvenster Monitoring Configuration om de
configuratie te accepteren. Er verschijnt een bevestigingsdialoogvenster:
Figuur 7-50: Monitoring
Stap 10:
Stap 10: Klik op "Yes" om te bevestigen dat u de monitoring van de flowmeter wilt hervatten.
Stap 10:
Stap 10:
74
www.krohne.com
ALTOSONIC V12
08/2013 - 4002644201 - MA ALTOSONIC V12 R02 nl