Bellen
Bellen en gebeld worden
U moet de telefoon inschakelen en
u binnen het bereik van een netwerk
bevinden.
Bellen
1
Voer vanuit stand-by een
telefoonnummer in (met de
internationale landcode en het
netnummer, indien van toepassing).
2
Druk op
.
U kunt nummers bellen vanuit uw
contacten en de gesprekkenlijst.
Zie Contacten op pagina 21 en
Gesprekkenlijst op pagina 25. U kunt ook
gesprekken tot stand brengen met uw
stem. Zie Spraakbesturing op pagina 26.
Een gesprek beëindigen
•
Druk op
.
Internationale gesprekken voeren
1
Houd vanuit stand-by
tot een plusteken (+) verschijnt.
2
Voer de landcode, het netnummer
(zonder de eerste nul) en het
telefoonnummer in.
3
Druk op
.
This is the Internet version of the User's guide. © Print only for private use.
Een nummer opnieuw kiezen
•
Als
selecteert u Ja.
Een gesprek aannemen
•
Open de telefoon.
Een gesprek aannemen
•
Druk op
Een gesprek weigeren
•
Druk op
Het volume van de oorspeaker
veranderen tijdens een gesprek
•
Druk de volumetoets omhoog of
omlaag.
ingedrukt
De microfoon dempen tijdens een
gesprek
1
Houd de toets
2
Houd
verder te gaan.
Opnieuw?
wordt weergegeven,
Houd de telefoon tijdens het wachten
niet bij uw oor. Wanneer er een verbinding
tot stand is gebracht, wordt er een luid
signaal weergegeven.
U kunt
Aann. door openen
uitschakelen. Zie Aannemen door
openen op pagina 32.
.
.
nogmaals ingedrukt om
in- of
ingedrukt.
Bellen
19