Do c u Co lo r 50 0 0 A an d e s l a g
•
Plaats geen extra pakken papier in het open gedeelte
van de papierladen. De lade werkt pas weer nadat u
het papier hebt verwijderd.
3.
Stel de papiergeleiders af door de ontgrendeling in de
geleider in te drukken en de randgeleider voorzichtig te
verplaatsen tot deze de rand van het papier in de lade nét
raakt.
4.
Voer in het venster Lade-eigenschappen op de
gebruikersinterface de juiste papiergegevens in, zoals het
formaat, soort en gewicht.
5.
Selecteer OK om de informatie op te slaan en het venster
Lade-eigenschappen te sluiten.
6.
Sluit de papierlade.
•
Alle laden beschikken over automatische
formaatherkenning. Het formaat, gewicht, soort, en de
richting van het papier dat is geplaatst wordt op de
gebruikersinterface weergegeven nadat de lade is
gesloten.
•
Met de selectie van het juiste papiergewichtbereik
worden de prestatie en de afdrukkwaliteit verbeterd.
7.
Sluit de papierlade.
M et ee n a a n d e s l ag !
11