INSTALLATIE
2
2.8.4 Installatie adviezen voor moeilijke situaties
Installeer de flowmeter tussen twee containers, wanneer niet aan de vereiste installatie
condities kan worden voldaan. De inlaat naar de flowmeter moet hoger zijn dan de vloeistof
uitlaat. Op deze manier is er een rustige vloeistof stroom door de flowmeter, wat resulteert in
een hoog nauwkeurige meting. De grootte van beide containers moet evenredig aan de grootte
van de flowmeter zijn.
Figuur 2-9: Installatie in moeilijke situaties
1 Gebruik een container 2 als de inlaat pijp een helling heeft > 1%. Zorg dat het uitstroom niveau van deze pijp lager ligt
dan de inlaat van de flowmeter.
2 Inlaat container
3 Instroomsectie: 10 DN
4 Uitlaatsectie: 5 DN
5 Uitlaat container; advies uitlaat helling >1 %
VOORZICHTIG!
Gebruik altijd een vrije uitstroom pijp om terugstroming van de vloeistof in de flowsensor te
voorkomen en zorg voor een vloeistof (flow) snelheid van minstens 1 m/s.
2.8.5 Open afvoer
Figuur 2-10: Open afvoer
1 ≥ 5 DN
2 Zorg ervoor dat het vloeistof niveau lager blijft dan de uitstroom pijp
8
www.krohne.com
TIDALFLUX2300 F
11/2015 - 4004796801 - QS TIDALFLUX 2300 R03 nl