Problemen oplossen
Probleem
De camera gaat
niet aan
Geen beeld op
het scherm
Het beeld op het
scherm is slecht
zichtbaar
De sluiter
ontspant niet
9
De opname is
donker bij gebruik
van de flitser
234
Oorzaak
De batterij is niet
geplaatst
De batterij is verkeerd
geplaatst
De batterij is uitgeput
De camera is
aangesloten op een
computer
De camera is
aangesloten op een TV
De helderheid van het
scherm is te donker
ingesteld
De batterijbesparings-
functie is geactiveerd
De flitser wordt
opgeladen
Er is geen vrije ruimte op
de SD-geheugenkaart
of in het interne
geheugen
Opnemen
Het onderwerp is te ver
weg in een donkere
omgeving, zoals bij een
nachtopname
Oplossing
Controleer of een batterij is geplaatst. Zo
niet, plaats een batterij.
Controleer de stand van de batterij. Plaats
de batterij terug met het label naar de zijde
van het scherm (p.34).
Laad de batterij op.
Wanneer de camera is aangesloten op
een computer, is het scherm
uitgeschakeld.
Als de camera is aangesloten op een tv, is
het scherm uitgeschakeld.
Pas de helderheid aan bij [Helderheid] in
het menu [W Instelling] (p.205).
Als de batterijbesparingsfunctie is
ingeschakeld, wordt het scherm na
verloop van tijd automatisch gedimd. Druk
op een knop om de normale helderheid te
herstellen.
Selecteer [Uit] bij [Batt besparing] in het
menu [W Instelling] om de functie
Batterijbesparing uit te schakelen (p.206).
Er kunnen geen opnamen worden
gemaakt terwijl de flitser wordt opgeladen.
Wacht tot het opladen gereed is.
Plaats een SD-geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of verwijder
overbodige opnamen (p.39, p.152).
Wacht tot opslaan gereed is.
De opname wordt donker als het
onderwerp te ver weg is. Maak opnamen
binnen het aangegeven flitsbereik.