2
Selecteer [Snelinstelling] met de
vierwegbesturing (23).
Wanneer de camera in de stand C is gezet met de knop 9, kunt u
[Snelinstelling] niet selecteren in het menu [A Opnemen]. Selecteer
eerst een andere opnamestand dan C als u [Snelinstelling] wilt
selecteren.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Snelinstelling] verschijnt.
4
Kies met de vierwegbesturing
(23) de functie die u wilt
registreren.
Ga verder met stap 9 wanneer [Gr. Inst.],
[Geluidsopname] of [Video] is geselecteerd.
5
Druk op de knop 4.
Het scherm Fn-instelling verschijnt.
6
Selecteer met de vierwegbesturing
(23) de toets waaraan u een
functie wilt toewijzen.
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
Opnemen
3/3
Geheugen
Snelinstelling
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast
Datumafdruk
Uit
Einde
MENU
Snelinstelling
Gr. Inst.
Geluidsopname
Video
Fn-instelling
Stop
MENU
Snelinstelling
Fn-instelling
+
Belicht. corr.
+
Resolutie
+
Gevoeligheid
+
Witbalans
MENU
3
OK
OK
127