GROUP S.P.A.
5.5 D
ISA
5.5.1 Beschrijving
Met de uitbreidingskaart 2913 kan de functie DISA worden gebruikt. Met deze functie is het mogelijk vanaf de
telefoonlijn direct naar een bepaald intern toestel te bellen dat op de centrale is aangesloten. Deze functie heeft
betrekking op oproepen van een buitenlijn die in de centrale binnenkomen: bij ontvangst van een oproep reageert de
centrale door op de lijn een vooraf door de gebruiker opgenomen bericht af te spelen. Aan het einde van het bericht
kan de externe gebruiker op zijn multi-frequentietelefoon het nummer (801...808) van het interne toestel toetsen
waarmee hij verbonden wil worden, of de cijfers (1...5) voor een groep interne toestellen.
Als de externe gebruiker geen nummer intoetst of als het gekozen interne toestel bezet is, wordt de oproep
automatisch naar de Operatortoestellen omgeleid. Het door de gebruiker opgenomen bericht is gewoonlijk een
uitnodiging om een keuze te maken, bijvoorbeeld: "Dit is de firma Asse, indien u wilt spreken met de afdeling Inkoop
toets 2, indien u wilt spreken met de afdeling Logistiek toets 3, indien u wilt spreken met de heer Rossi toets 803, of
blijf aan de lijn om te spreken met de receptie". De functie DISA kan niet worden uitgevoerd als de centrale bezig is
een bericht te versturen op de buitenlijn of naar een deurtelefoon. In dat geval wordt een gewone oproep verzonden.
5.5.2 Configuratie
Ga naar de configuratiemodus (Zie paragraaf 8.0).
BESCHRIJVING
Inschakeling DISA op de lijnen
Uitschakeling DISA op de lijnen
STANDAARDWAARDEN: Deze functie is op geen enkele lijn geconfigureerd.
5.5.3 Activeren / Deactiveren (OP)
BESCHRIJVING
Deactiveren
Activeren
Bericht opnemen
Bericht afluisteren Bericht afluisteren
5.6 AFSTANDSBEDIENING/CONTROLE VAN RELAIS
5.6.1 Beschrijving
Hiermee kunnen op afstand de relais op de kaart van de deurtelefooninterface geactiveerd worden. Bij ontvangst van een
oproep reageert de centrale met het zenden van een toon waarmee de gebruiker wordt uitgenodigd een wachtwoord in te
voeren. Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt een bevestigingstoon gegeven en is het mogelijk de relais te
bedienen aan de hand van de in de tabel 4 gegeven codes (pag. 16), of te controleren of de relais open of gesloten zijn
door middel van de hierna beschreven opdrachten (Zie paragraaf 7.3). Deze fase duurt circa 30 seconden. Om de functie
opnieuw te activeren, moet opnieuw een oproep worden verzonden. Als het relais N2 - C2 is geconfigureerd voor
Inschakeling van binnenuit, is het niet mogelijk het relais te activeren en/of de status ervan te controleren.
MT CT 01
32
OPDRACHT
5
9
a
...
#
6
0
a
...
#
OPDRACHT
7
2
0
7
2
1
7
2
2
7
2
3
PARAMETERWAARDEN
a = 1-2 (lijst met lijnen)
a = 1-2 (lijst met lijnen)
PARAMETERWAARDEN
# = einde opname