6 In bedrijf nemen met de geïntegreerde aanwijs- en bedieningseenheid
Relais
24
•
Zet de geïntegreerde op positie [1] (relais 1 on). Voor het voor-
beeld kiest u met de [+/-]-toetsen de waarde 90,0 (90,0 %). Daar-
mee schakelt het interne relais 1 bij het bereiken van deze waarde
in. Sla de waarde op door beide toetsen tegelijkertijd in te drukken.
•
Zet de geïntegreerde op positie [2] (relais 1 off). Kies met de
[+/-]-toetsen de waarde 10,0 (10,0 %). Daardoor schakelt het
interne relais 1 bij het onderschrijden van deze waarde uit. De
betreffende relaiscontrole-LED brandt bij aangetrokken relais.
Wanneer de schakelpunten te dicht bij elkaar liggen (<0,1 %) knip-
pert de bijbehorende LED. Het relais neemt de veilige toestand
aan. In de bedrijfsstand "OPERATE" wordt op het display een
storingsmelding gegeven.
•
Wanneer u aanvullende relais wilt aansturen, gaat u op dezelfde
manier te werk als bij relais 1. De posities voor de instelling van
de betreffende relais kunt u in de lijst van de geïntegreerde onder
bediening vinden.
Opmerking:
Wanneer u de bedrijfsstand (d.w.z. de schakelfunctie van het relais)
wilt veranderen, moet u de on- en off-waarde verwisselen.
VEGAMET 381 Ex • 4 ... 20 mA-meetversterker