Inbouwmogelijkheden
Omgevingscondities
Paneelinbouw
VEGAMET 381 Ex • 4 ... 20 mA-meetversterker
4
Monteren
4.1
Algemene instructies
Het instrument is ontwikkeld voor verzonken inbouw in een paneel,
frontplaat of schakelkastdeur. De benodigde uitsparing is 92 x 92
mm conform EN 60529. Bij correcte inbouw is de beschermingsklas-
se IP 40 gewaarborgd. Als alternatief kan het instrument met drie
schroeven in een schakelkast of in een behuizing worden gemonteerd
(schroefmontage op achterwand behuizing). Als optie is een monta-
ge-adapter voor railmontage leverbaar (DIN-rail 35x7,5 conform DIN
EN 50022/60715).
Opmerking:
Wanneer het instrument via de schroeven of de DIN-rail wordt
gemonteerd, moet deze altijd in een schakelkast of een behuizing
worden ingebouwd.
De VEGAMET 381 Ex is een bijbehorend intrinsiekveilig bedrijfsmid-
del en mag niet in explosiegevaarlijke omgeving worden geinstalleerd.
Voor de inbedrijfname moet de Ex-scheidingskamer op de senso-
ringang worden geplaatst. Een veilig bedrijf is alleen gewaarborgd
wanneer de gebruiksaanwijzing en het EG-typebeproevingscertifi-
caat worden aangehouden. De VEGAMET 381 Ex mag niet worden
geopend.
Informatie:
Ingangsbedrijfsmodus actief/passief:Voordat u de VEGAMET 381
Ex monteert, moet de gewenste bedrijfsstand van de meetingang
worden ingesteld. Met een schuifschakelaar op de achterzijde van het
instrument kunt u tussen actieve en passieve ingang kiezen (zie ook
hoofdstuk "Ingangsbedrijfsmodus actief/passief"). Na montage van
het instrument is deze schuifschakelaar niet langer toegankelijk.
Het instrument is geschikt voor normale omgevingscondities conform
DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1.
Waarborg, dat de in hoofdstuk "Technische gegevens" van de hand-
leiding aangegeven vervuilingsgraad bij de aanwezige omstandighe-
den past.
4.2
Montage-instructies
1. Waarborg, dat de voor de inbouw benodigde uitsparing een
afmetinge van 92 x 92 mm heeft. De benodigde inbouwdiepte is
min. 90 mm.
2. Trek de opsteekbare klemmenstroken naar boven en beneden af.
3. Schroef het tapeind [3] in de achterzijde van het instrument en zet
deze met een schroevedraaier vast.
4. Steek het instrument van voren in het paneel [1].
5. Schuif de klembeugel [2] van achteren op het tapeind [3] en trek
deze met de kartelmoer [4] tegen het paneel [1].
4 Monteren
11