DJI Mini 3 ProHandleiding
Beweeg de pitch stick naar voren of naar achteren, en het vliegtuig zal over, onder, of naar links of rechts van het obstakel
vliegen. Het vliegtuig kan ook reageren op de invoer van de stuurknuppel en obstakels vermijden.
Wanneer APAS is ingeschakeld, kan de drone worden gestopt door op de knop Vluchtpauze op de afstandsbediening te drukken.
Het vliegtuig blijft drie seconden in de lucht hangen en wacht op verdere commando's van de piloot.
Om APAS in te schakelen, opent u DJI Fly, voert u Systeeminstellingen, Veiligheid in en schakelt u APAS in door Bypass te selecteren.
Landingsbescherming
Landing Protection wordt geactiveerd als Obstacle Avoidance is ingesteld op Bypass of Brake en de gebruiker de gashendel naar
beneden trekt om het vliegtuig te landen.
Landingsbescherming wordt ingeschakeld zodra het vliegtuig begint te landen.
1. Tijdens Landing Protection zal het vliegtuig automatisch detecteren en zorgvuldig landen op geschikte grond.
2. Indien wordt vastgesteld dat de grond niet geschikt is om te landen, zal het vliegtuig blijven hangen wanneer het vliegtuig
daalt tot 0,8 m boven de grond. Trek de gashendel meer dan vijf seconden naar beneden en het vliegtuig zal landen zonder
obstakels te vermijden.
APAS is uitgeschakeld bij gebruik van Intelligent Flight Modes. Het wordt automatisch ingeschakeld zodra het
vliegtuig Intelligent Flight Modes verlaat. APAS is uitgeschakeld bij opnemen met een hoge resolutie zoals 1080p
120 fps, 2,7K 48/50/60 fps of 4K 48/50/60 fps.
APAS is alleen beschikbaar wanneer u vooruit, achteruit en omlaag vliegt. APAS is niet beschikbaar wanneer het
vliegtuig naar links, rechts of omhoog vliegt, en in deze gevallen is er geen bypass of obstakelvermijding.
Zorg ervoor dat u APAS gebruikt wanneer de Vision Systems beschikbaar zijn. Zorg ervoor dat er zich geen mensen,
dieren, objecten met een klein oppervlak (bijv. boomtakken) of transparante objecten (bijv. glas of water) langs de
gewenste vliegroute bevinden.
Zorg ervoor dat u APAS gebruikt wanneer de Vision Systems beschikbaar zijn of het GNSS-signaal sterk is. APAS
werkt mogelijk niet goed wanneer het vliegtuig over water of besneeuwde gebieden vliegt.
Wees extra voorzichtig bij het vliegen in extreem donkere (<300 lux) of heldere (>10.000 lux) omgevingen.
Besteed aandacht aan DJI Fly en zorg ervoor dat het vliegtuig normaal werkt in de APAS-modus.
APAS werkt mogelijk niet goed wanneer het vliegtuig in de buurt van vluchtlimieten of in een GEO-zone vliegt.
Vluchtrecorder
Vluchtgegevens inclusief vluchttelemetrie, vliegtuigstatusinformatie en andere parameters worden automatisch
opgeslagen in de interne datarecorder van het vliegtuig. De gegevens zijn toegankelijk via DJI Assistant 2 (Consumer
Drones Series).
Propellers
Er zijn twee soorten DJI Mini 3 Pro-propellers, die zijn ontworpen om in verschillende richtingen te draaien. De gemarkeerde
propellers moeten worden bevestigd aan de gemarkeerde motoren en niet-gemarkeerde propellers aan de niet-gemarkeerde
motoren. De twee propellerbladen die aan één motor zijn bevestigd, zijn hetzelfde. Zorg ervoor dat de propellers en motoren
overeenkomen door de instructies te volgen.
28
© 2022 DJI Alle rechten voorbehouden.