2. Zorg ervoor dat Bluetooth en Wi-Fi zijn ingeschakeld op het mobiele apparaat. Start DJI Fly en er verschijnt een prompt om
verbinding te maken met het vliegtuig.
3. Tik op Verbinden. Eenmaal succesvol verbonden, kunnen de bestanden in het vliegtuig met hoge snelheid worden
geopend en gedownload.
Methode 2: mobiel apparaat is verbonden met de afstandsbediening
1. Zorg ervoor dat de drone via de afstandsbediening is verbonden met het mobiele apparaat en dat de motoren zijn
uitgeschakeld.
2. Schakel Bluetooth en Wi-Fi in op het mobiele apparaat.
3. Start DJI Fly, ga naar afspelen en tik op in de rechterbovenhoek om toegang te krijgen tot de bestanden in het vliegtuig om met
hoge snelheid te downloaden.
DJI RC ondersteunt QuickTransfer niet.
De maximale downloadsnelheid kan alleen worden bereikt in landen en regio's waar de 5,8 GHz-frequentie is
toegestaan door wet- en regelgeving, bij gebruik van apparaten die de 5,8 GHz-frequentieband en Wi-Fi-verbinding
ondersteunen, en in een omgeving zonder interferentie of obstructie. Als 5,8 GHz niet is toegestaan door lokale
regelgeving (zoals in Japan), of het mobiele apparaat van de gebruiker de 5,8 GHz-frequentieband niet ondersteunt,
of als de omgeving ernstige interferentie heeft, dan gebruikt QuickTransfer de 2,4 GHz-frequentieband en zijn
maximale downloadsnelheid wordt verlaagd tot 6 MB/s.
Zorg ervoor dat Bluetooth, Wi-Fi en locatieservices zijn ingeschakeld op het mobiele apparaat voordat u
QuickTransfer gebruikt.
Bij gebruik van QuickTransfer is het niet nodig om het wifi-wachtwoord op de instellingenpagina van het mobiele
apparaat in te voeren om verbinding te maken. Start DJI Fly en er verschijnt een prompt om het vliegtuig te
verbinden.
Gebruik QuickTransfer in een onbelemmerde omgeving zonder interferentie en blijf uit de buurt van
storingsbronnen zoals draadloze routers, Bluetooth-luidsprekers of hoofdtelefoons.
Terugkeren naar huis
De Return to Home (RTH)-functie brengt het vliegtuig terug naar het laatst geregistreerde Home Point wanneer het
positioneringssysteem normaal functioneert. Er zijn drie RTH-modi: Smart RTH, Low Battery RTH en Failsafe RTH. De
drone vliegt automatisch terug en landt op het Home Point wanneer Smart RTH wordt gestart, de drone overgaat in
Low Battery RTH of het signaal tussen de afstandsbediening en de drone wegvalt. RTH wordt ook geactiveerd in
andere abnormale scenario's, zoals wanneer videotransmissie verloren gaat.
GNSS
De eerste locatie waar het vliegtuig een sterk tot matig sterk GNSS-signaal ontvangt
(aangegeven door een wit pictogram) wordt geregistreerd als het standaard startpunt. Het
wordt aanbevolen om te wachten tot het Home Point met succes is geregistreerd voordat u
gaat vliegen. Nadat het Home Point is opgenomen, verschijnt er een prompt in DJI Fly. Het
Thuis
10
Home Point kan voor het opstijgen worden bijgewerkt, zolang het vliegtuig nog een sterk tot
Punt
matig sterk GNSS-signaal ontvangt. Als het signaal zwak is, wordt het Home Point niet
bijgewerkt. Als het nodig is om het Home Point tijdens een vlucht bij te werken (zoals wanneer
de positie van de gebruiker is gewijzigd), kan het Home Point handmatig worden bijgewerkt in
Veiligheid van systeeminstellingen op DJI Fly.
DJI Mini 3 ProHandleiding
Beschrijving
© 2022 DJI Alle rechten voorbehouden.
15