6. Bedieningspaneel
(*) Alleen beschikbaar in onderhoudsmodus
(**) Alleen beschikbaar wanneer de wisselrichter is ingesteld als drie onafhankelijke fasen
OPGELET
Alleen bekwame technici mogen de instellingen in het menu Output (uitgang) wijzigen.
º Beschikbaar als 'PLL Range' is ingesteld op CUSTOMISED
OPMERKING
De PLL-functie zorgt ervoor dat de uitgangsfrequentie van de UPS is gesynchroniseerd met die van de ingang, en
garandeert tegelijkertijd dat er een nuldoorgang plaatsvindt. Zelfs als er een bypass wordt ingeschakeld (bv. door
overbelasting), blijft de synchronisatie tussen ingang en uitgang gewaarborgd.
OPMERKING
Als de PLL-functie wordt uitgeschakeld, wordt ook de automatische bypassfunctie gedeactiveerd.
De UPS schakelt dan uit bij een langdurige overbelasting.
OPGELET
Alleen bekwame technici mogen de instellingen in het menu Input (ingang) wijzigen.
36
Voltage
Frequency
Output
Inverter (*)
Phases in startup (**)
PLL Enable
PLL Range *
Input
Custom PLL Range
Input Dip Enable
Om de uitgangsspanning in te stellen [V]
Nominal
Om de uitgangsfrequentie (50 Hz of 60 Hz) in te
Value (*)
stellen, los van de ingangsfrequentie.
Indien ingeschakeld, detecteert de UPS de frequentie
van de ingangsspanning en synchroniseert hij de
Auto
uitgang met dezelfde waarde.
Selection
Indien uitgeschakeld, gebruikt de UPS de nominale
waarde
Om de uitgangsconfiguratie en de aangesloten belasting in te stellen:
- Single Phase: een enkele eenfasige uitgang
- Three Phases 120°: driefasige uitgang geschikt voor driefasige belastin-
gen (bv. een motor)
- Three Phases indep.: drie eenfasige uitgangslijnen die onafhankelijk
zijn van elkaar
Om de opstartstatus voor elke uitgang te programmeren:
L1 phase
- Always ON: de fase is altijd aan tijdens het opstarten
- Always OFF: de fase is altijd uit tijdens het opstarten
L2 phase
- Last state: de fase keert terug naar zijn status van voor de
L3 phase
uitschakeling
Indien ingeschakeld, synchroniseert de UPS de zuivere sinus van de
uitgang met die van de ingang
Indien uitgeschakeld, wordt de uitgangsspanning niet gesynchroniseerd
met de ingang; het statuslampje gaat groen knipperen.
Om het frequentiebereik te selecteren waarin de UPS de uitgangsspan-
ning synchroniseert met de ingang:
- NORMAL: synchronisatie voor frequentievariaties van ± 2% van de
nominale waarde
- EXTENDED: synchronisatie voor frequentievariaties van ± 14% van de
nominale waarde
- CUSTOM: in te stellen door de gebruiker (zie het volgende menu-item)
Om zelf het frequentiebereik in te stellen waarin de UPS de uitgangs-
spanning synchroniseert met de ingang. Er kan een waarde geselecteerd
worden tussen minimaal 0,5 Hz tot maximaal 7,0 Hz in stappen van 0,1 Hz.
Om de functie 'ingangs-DIP' in en uit te schakelen