ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4
4.4 Aarding en potentiaalvereffening
De signaalomvormer moet worden aangesloten op het potentiaalvereffeningssysteem van de
gevarenzone via de inwendige of uitwendige aardaansluiting op de signaalomvormerbehuizing.
De meeteenheid en de signaalomvormer zijn elektrisch aangesloten via een
potentiaalvereffeningsaansluiting.
Alle bestaande kabelafschermingen moeten worden aangesloten op de aarding volgens de
toepasselijke installatievoorschriften (EN 60079-14). Met een klemaansluiting in de
aansluitruimte kunnen de kabelafschermingen eenvoudig worden geaard.
De potentiaalvereffening van de signaalomvormer kan ook tot stand worden gebracht met de
meetbuis in de potentiaalvereffening van de gevarenzone.
De meetbuis kan in het potentiaalvereffeningssysteem van de gevarenzone worden geïntegreerd
met behulp van de U-klem op de flens (indien aanwezig) of met behulp van geschikte geleidende
verbindingen (afdichtingen, enzovoort).
1 Aardingsaansluiting in de indicator
2 Aardingsaansluiting buiten
16
www.krohne.com
01/2017 - 4005853901 - AD H250-M40-ExII2GD-R03 nl
H250 M40