Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Roerwerken; Schuimvorming; Meetopstellingen - Doorstroming - Vega VEGAPULS 31 Handleiding

Voor continue niveaumeting
Verberg thumbnails Zie ook voor VEGAPULS 31:
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Monteren

Roerwerken

Schuimvorming

16
Fig. 13: Uitlijnen in vloeistoffen
Bij roerwerken in de tank moet u een stoorsignaalonderdrukking bij
een draaiend roerwerk bepalen. Zo is gewaarborgd, dat de stoorre-
flecties van het roerwerk in verschillende posities wordt opgeslagen.
Fig. 14: Roerwerken
Door vullen, een roerwerk of andere processen in de tank, kunnen
deels zeer compacte schuimen op het productoppervlak worden
gevormd, die het zendsignaal zeer sterk dempen.
Wanneer schuim meetfouten veroorzaakt, moet u zo groot mogelijke
radarantennes of sensoren met geleide radar toepassen.
4.3

Meetopstellingen - doorstroming

In principe moet voor de montage van het instrument op het volgende
worden gelet:
Inbouw aan bovenstrooms water- resp. Inlaatzijde
Inbouw midden boven de goot en loodrecht op het vloeistofopper-
vlak
Afstand tot overstort resp. venturigoot
Minimale afstand voor max. stuwhoogte voor optimale meetnauw-
keurigheid: 250 mm (9.843 in)
Gedetailleerde ontwerpgegevens vindt u bij de gootfabrikanten en in
de vakliteratuur.
De volgende voorbeelden zijn bedoeld als overzicht voor flowmeting.
Bij kleinere afstanden wordt de meetnauwkeurigheid minder, zie "Technische
1)
gegevens".
1)
VEGAPULS 31 • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave