Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Linearisatie - Vega VEGABAR 82 Handleiding

Met keramische meetcel
Verberg thumbnails Zie ook voor VEGABAR 82:
Inhoudsopgave

Advertenties

Linearisatie

Stroomuitgang
Stroomuitgang (modus)
Stroomuitgang (min./
max.)
VEGABAR 82 • HART en accupack
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Een linearisatie is bij alle tanks nodig, waarbij het tankvolume niet
lineair toeneemt met het niveau - bijv. bij een liggende cilindrische
tank of een boltank - en de weergave of het uitsturen van het volume
is gewenst. Voor deze tanks zijn overeenkomstige linearisatiecurven
opgeslagen. Deze staan voor de verhouding van het procentuele
niveau en het tankvolume. De linearisatie geldt voor de meetwaar-
de-aanwijzing en de stroomuitgang.
Bij doorstroommeting en keuze "Lineair" zijn de weergave en de uit-
gang (procentuele waarde/stroom) lineair met de "verschildruk". Dit
signaal kan bijv. naar een flowcomputer worden gestuurd.
Bij doorstroommeting en keuze "Vierkantswortel" zijn weergave
en uitgang (procentuele waarde/stroom) lineair met de "Doorstro-
ming".
2)
Bij doorstroming in twee richtingen (bidirectioneel) is ook een
negatieve verschildruk mogelijk. Hiermee moet al in menupunt "Min.
inregeling doorstroming" rekening worden gehouden.
Opgelet:
Bij toepassing van de betreffende sensor als onderdeel van een over-
vulbeveiliging conform WHG moet op het volgende worden gelet:
Wanneer een linearisatiecurve wordt gekozen, dan is het meetsignaal
niet meer altijd lineair met het niveau. Hiermee moet de gebruiker
rekening houden, in het bijzonder bij de instelling van het schakelpunt
op de grenswaardesignalering.
In de menupunten "Stroomuitgang" bepaalt u alle eigenschappen van
de stroomuitgang.
Bij instrumenten met geïntegreerde extra stroomuitgang worden de
eigenschappen voor elke stroomuitgang individueel ingesteld. De
volgende beschrijvingen gelden voor beide stroomuitgangen.
In het menupunt "Stroomuitgang modus" bepaalt u de uitgangskarak-
teristiek en het gedrag van de stroomuitgang bij storingen.
De fabrieksinstelling is uitgangskarakteristiek 4 ... 20 mA, de sto-
ringsmodus < 3,6 mA.
In het menupunt "Stroomuitgang Min./Max." bepaalt u het gedrag van
de stroomuitgang tijdens bedrijf.
Het instrument gaat uit van een bij benadering constante temperatuur en
2)
statische druk en rekent de verschildruk via de vierkantswortelkarakteristiek
om in de doorstroming.
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave