5 Op de voedingsspanning aansluiten
Voedingsruimte
22
2
+
( )
Fig. 18: Voedingsruimte
1
Interne verbinding voor bus voor oplaadapparaat
2
Bedrijfsstandenschakelaar
3
LED groen, oplaadprocedure
4
LED geel, oplaadtoestand
5
Bus voor oplaadapparaat
De bedrijfsstandenschakelaar maakt de keuze mogelijk van de vol-
gende bedrijfsstanden:
•
0 = sensor uit, LED's geven de actuele accutoestand aan
•
1, 2 = sensor uit, LED's uit
•
3 = sensor na toetsbediening 1 uur aan (uitleveringstoestand)
•
4 = sensor permanent aan, in-/uitschakelen via knop
•
5 = sensor wordt iedere 30 minuten gedurende 3 minuten inge-
schakeld
•
6 = sensor wordt ieder uur gedurende 3 minuten ingeschakeld
•
7 = sensor wordt iedere 6 uur gedurende 3 minuten ingeschakeld
•
8 = sensor wordt iedere 12 uur gedurende 3 minuten ingeschakeld
•
9 = sensor wordt iedere 24 uur gedurende 3 minuten ingeschakeld
De groene LED geeft de oplaadprocedure aan:
•
LED knippert = accu wordt geladen
•
LED brandt = accu is vol, oplaadapparaat moet worden losgekop-
peld (levensduur accu)
De gele LED geeft na een druk op de knop of na veranderen van de
bedrijfsstand gedurende 10 s de accutoestand aan als volgt:
•
LED brandt = accu is vol
•
LED knippert = accu moet worden geladen
•
LED blijft uit = accu is leeg
5.3
Inschakelfase
Het instrument wordt via een knop buiten op de behuizing in- en
uitgeschakeld.
1,2 OFF
3 ON/OFF 1h
4 ON/OFF
0
5..9 auto cycle
Charge
modes
1
2
(-)
1
VEGABAR 82 • HART en accupack
3
4
Accu
5