Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Resol DeltaTherm HC Handboek pagina 29

Inhoudsopgave

Advertenties

Met parameter modus kan tussen de volgende verlagingsmodi worden gekozen:
Dag / nacht: de Nachtmodus wordt uitgevoerd met een verlaagde nominale aan-
voertemperatuur (nachtcorrectie).
Dag / uit: het verwarmingscircuit en de optioneel geactiveerde naverwarming wor-
den tijdens de nachtmodus uitgeschakeld.
Kamer / uit: het verwarmingscircuit en de naverwarming worden tijdens de nacht-
modus uitgeschakeld. Wanneer de ingestelde Begrenzingstemperatuur aan de toe-
gewezen kamertemperatuursensor niet wordt gehaald, wisselt de regelaar naar de
gereduceerde verwarmingsmodus.
Buiten / uit: het verwarmingscircuit en de naverwarming worden tijdens de nacht-
modus uitgeschakeld. Wanneer de ingestelde begrenzingstemperatuur aan de bui-
tentemperatuursensor niet wordt gehaald, wisselt de regelaar naar de gereduceer-
de verwarmingsmodus.
Met Timer VC kunnen de tijdsspannen voor de dagmodus worden ingesteld (zie
pagina 30).
Naverwarming van het verwarmingscircuit wordt door een temperatuurvergelij-
king (verschilregeling) tussen de berekende nominale aanvoertemperatuur en één
of twee boiler- resp. buffer-referentiesensoren gerealiseerd. Als dit temperatuurver-
schil (DTaan) te klein wordt, dan wordt de naverwarming geactiveerd en weer uit-
geschakeld, wanneer er een voldoende groot verschil (DTuit) tussen boiler en no-
minale aanvoertemperatuur is. Wanneer thermostaat wordt geselecteerd, wordt
de nominale aanvoertemperatuur met een boilerreferentiesensor vergeleken.
Wanneer zone wordt geselecteerd, wordt de nominale aanvoertemperatuur met 2
boilerreferentiesensoren uitgevoerd. Beide referentiesensoren moeten voldoen aan
de schakelvoorwaarden.
Bij Dalingmodi dag / uit, kamer / uit en buiten / uit worden het verwarmingscircuit
en de naverwarming tijdens de nachtmodus volledig uitgeschakeld. Met de ingestelde
waarde voor starttijd kan de naverwarming al voor het begin van de dagmodus
worden geactiveerd, zodat de boiler tijdig een voldoende hoge temperatuur bereikt.
Aan een vraag en een ketellaadpomp kunnen aparte relais' worden toegewezen
(vrije relais' of gezamenlijke relais' / Vraag 1, 2 resp. Pomp 1, 2). Wanneer de eerder
ingestelde, gezamenlijke relais' worden toegewezen, zijn ook de eerder ingestelde
parameters ketelbeveiliging, start, naloop actief.
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave